De bomen en het bos
Dat onze fiscaliteit complex is, is een openstaande deur intrappen. Als accountant ondervind je dat dagelijks aan den lijve. Meer en meer belastingplichtigen wenden zich immers tot jou om de aangifte in te dienen. Omdat zij door de bomen het bos niet meer zien. Voor jou betekent dat niet alleen een verhoogde werkdruk, er rust ook meer verantwoordelijkheid op je schouders. Je moet immers niet enkel de aangiftetermijnen in de gaten houden, ook andere deadlines en rapporteringsverplichtingen roepen om jouw aandacht.
Enquête FOD Financiën
De FOD Financiën erkent dat de sector zich in een woelig vaarwater bevindt. Daarom lanceerde de overheidsdienst begin dit jaar een enquête rond de directe belastingaangiftetermijnen. Een nobele zaak, alleen was deze enquête niet geënt op de dagelijkse praktijk.
Eerst iets over de achterliggende motivatie van de inkorting van deze aangiftetermijn. Om de staatskas zo sneller te spijzen? Aanvaardbaar motief. Maar een gemiste kans omdat de maatregel de maatschappij hier niet volgt. Het volstaat immers niet om enkel na te gaan op welke manier oude processen en werkwijzen kunnen worden versneld. De grootste winst haal je door de geboekte vooruitgang, onder andere op het vlak van digitalisering, te koppelen aan efficiëntere nieuwe werkwijzen en processen.
Net daarom organiseerden de beroepsvereniging WeLearn, die het fiscale middenveld vertegenwoordigt, en het fiscaal advocatenkantoor Tuerlinckx Tax Lawyers een meer diepgravende bevraging. Om zo de problemen uit de sector op een gestructureerde manier aan te kaarten en aan te tonen dat het anders kan.
Pijnpunten in de fiscale sector
Verhoogde werkdruk
Vijf maanden om je aangiftes in te dienen, dat moet toch volstaan? Niets is minder waar. Dat weet jij als accountant maar al te goed. Als je jaarlijks een overzicht maakt van alle terugkerende taken, dan bots je als snel op een tachtigtal deadlines. Of meer. Daarnaast moet je er ook over waken dat jouw aansprakelijkheden in het kader van de antiwitwaswetgeving of de wetgeving van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen niet in het gedrang komen. Daarom moet je de cijfers van je klanten kort op de bal opvolgen, zodat je tijdig kan vaststellen wanneer een onderneming in de problemen komt of wanneer er iemand minder netjes de regels toepast.
Aangiftetermijn van vijf maanden in de praktijk veel korter
De theoretische termijn van vijf maanden om de belastingaangiften voor je klanten in te dienen, is trouwens een overschatting. Dat komt omdat de overheid vaak nog wijzigingen stemt nadat het inkomstenjaar van start ging en zelfs tot op de laatste dag ervan. Deze wetswijzigingen moeten nadien nog door de softwareleveranciers van de overheid in de verschillende platformen worden geïmplementeerd, idem voor de verschillende softwarepakketten waarmee accountants werken. In de praktijk moet je dus meestal wachten tot eind april. Bovendien is het voor jou in vakantieperiodes moeilijker om de nodige gegevens bij je klanten te verzamelen.
Kortom: vaak kan je pas half augustus starten met het indienen van de aangiftes. Maken we opnieuw de rekensom, dan beschik je maar over een zestal weken om al je dossiers af te werken.
Digitalisering blijft een uitdaging
Door de complexiteit van onze fiscaliteit, de vele wijzigingen, en de verschillende vormen van directe en indirecte belastingen die ons land kent, is er een wirwar van platformen ontstaan. Hoewel MyMinfin veel van de toepassingen samenbrengt, zijn ze niet geïntegreerd, hebben ze een andere look & feel, en verschillen ze in gebruik.
Twee maten en twee gewichten
Wanneer de administratie een of meerdere procedurefouten in de taxatiefase maakt, dan kan zij die fout nog rechtzetten. Belastingplichtigen hebben dit privilege niet. Bij laattijdige, onvolledige of foutieve aangifte wordt vaak eenzijdig uitgegaan van een intentie tot fraude. De proportionaliteit van de bestraffing ten opzichte van de overtreding is vaak ver zoek.
Vijf beleidssuggesties
Wijzigingen moeten voor het einde van elk inkomstenjaar gestemd zijn
Wijzigingen tijdig stemmen is één ding. Het is ook belangrijk dat de overheid deze aangepaste toepassingen eind januari beschikbaar maakt. Aangiftes kunnen dan sneller van de eerste keer juist worden ingediend, en tijdrovende retroactieve aanpassingen worden vermeden. Hierdoor kennen belastingplichtigen sneller de te betalen belastingen en kan de fiscus eerder tot inning overgaan.
Als de overheid de software Tax-on-web en Biztax zelfs al in de testfase ter beschikking stelt, kan jij als accountant de nodige voorbereidingen treffen.Aangiftesoftware moet gebruiksvriendelijker en eenvoudiger
Niet enkel het tijdig aanpassen van de softwaretoepassingen is een absolute must, de overheid moet er ook voor zorgen dat platformenuniform zijn, dus met dezelfde look & feel en gebruik.Tax-on-web moet beter
Ook Tax-on-web is voor verbetering vatbaar. De overheid kan ervoor zorgen dat alle gekende gegevens correct ingevuld zijn en alle aangiftes in de personenbelasting ter beschikking gesteld zijn via (een verbeterd) Tax-on-web. De overheid dient hiervoor de widgets te optimaliseren. Deze helpen immers de belastingplichtigen met het invullen van de aangifte.Weg met de vervaltermijnen
De overheid zou geen vervaltermijnen mogen opleggen. Of ze toch ten minste niet laten verstrijken in de laatste drie weken van een belangrijke aangifteperiode. Nog beter zou zijn dat de overheid de de verschillende termijnen meer op elkaar afstemt.Grondrecht op overheidsefficiëntie
Burgers moeten de mogelijkheid hebben om pijnpunten te benoemen. En wanneer er een aangekaart wordt, moet ook ingegrepen worden. De overheid moet hiervoor een eenvoudig rechtsmiddel voorzien voor de belastingplichtige en het middenveld om zich tegen inefficiëntie te verzetten. Dit kan het best als de overheid overleg organiseert met de sector, luistert naar aanbevelingen en ze implementeert.
Partnership tussen de sector, de fiscale administratie en de wetgever
De hierboven aangehaalde pijnpunten en oplossingen zijn slechts een greep uit de suggesties die WeLearn en Tuerlinckx Tax Lawyers in hun structurele nota naar voor brengen. De nota leert ons ook dat we met kleine, praktische wijzigingen al veel grieven kunnen wegnemen. Uiteraard moeten we ook op zoek naar langetermijnoplossingen. En dan is een partnership tussen de sector, de fiscale administratie en de wetgever absoluut noodzakelijk. Deze nota is dan ook bedoeld als vertrekpunt voor dialoog.