Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

De vennootschapsmandatarissen

De algemene benaming “vennootschapsmandataris” groepeert de volgende specifieke benamingen: bestuurder van een NV of BV, zaakvoerder van een Vennootschap onder firma (VOF), beherend vennoot van een Commanditaire Vennootschap enz. De zaakvoerders en bestuurders zijn personen belast met het beheer en de vertegenwoordiging van vennootschappen.

Laatst bijgewerkt op 18 februari 2022

Vermoeden van onderwerping

De uitoefening van een mandaat in een vennootschap, die zich met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard bezighoudt, wordt vermoed de uitoefening te zijn van een activiteit die een onderwerping aan het sociaal statuut van zelfstandigen met zich meebrengt. Deze onderwerping betekent daarom nog niet dat in alle gevallen de verplichting bestaat om sociale bijdragen te betalen.

Kosteloos mandaat

Het vermoeden van onderwerping kan weerlegd worden, voor zover de mandataris de kosteloosheid van het mandaat aantoont.

  1. De kosteloosheid van het mandaat moet duidelijk uit de statuten van de vennootschap blijken. Als de statuten geen bepalingen op dit vlak bevatten, moet men zich op een beraadslaging van het bevoegde orgaan beroepen.
    • Opgelet: wanneer de kosteloosheid uit een beslissing van het bevoegde orgaan voortvloeit, treedt ze in werking vanaf het kalenderkwartaal volgend op datgene waarin de beslissing plaatsgevonden heeft.
  2. De kosteloosheid van het mandaat moet met de feiten overeenstemmen. Er mag geen toewijzing van beroepsinkomsten als zelfstandige zijn, voor de gehele duur van het mandaat.
    • Opgelet: voordelen in natura, tantièmes, presentiegelden… worden als inkomsten beschouwd.
  3. De mandataris moet zijn verblijfplaats hebben in België om te kunnen genieten van dit kosteloos mandaat.

Als het vermoeden van onderwerping niet weerlegd wordt, zal de kosteloze mandataris zich aan het sociaal statuut van de zelfstandigen moeten onderwerpen.

Dit betekent daarom nog niet dat hij sociale bijdragen verschuldigd is.

Als de mandataris geen enkele andere activiteit uitoefent, zal hij als zelfstandige in hoofdberoep beschouwd worden en de minimumbijdrage in deze onderwerpingscategorie verschuldigd zijn.

Als de betrokkene, buiten zijn mandaat, gewoonlijk en hoofdzakelijk, een loontrekkende of hiermee gelijkgestelde beroepsactiviteit uitoefent, kan hij, onder bepaalde voorwaarden, als zelfstandige in bijberoep beschouwd worden en zal hij geen sociale bijdragen verschuldigd zijn.

De gehuwde personen aan wie de echtgenoot rechten waarborgt met tenminste gelijkwaardige prestaties als die van het sociaal statuut van zelfstandigen (pensioen, verzekering gezondheidszorg, kinderbijslagen) kunnen verminderde bijdragen of vrijstelling inroepen (artikel 37 van het KB van 19.12.1967). De kosteloze uitoefening van hun mandaat kan aldus gelijkgesteld worden met een activiteit in bijberoep, zonder bijdrageplicht.

De mandataris die de normale pensioenleeftijd bereikt heeft of in het stelsel van zelfstandigen of loontrekkenden een vervroegd rustpensioen geniet en die uitsluitend een kosteloos mandaat uitoefent, wordt geacht alle professionele activiteiten stopgezet te hebben, en is niet aan het sociaal statuut onderworpen.

In dit geval volstaat de feitelijke kosteloosheid.

Ik oefen in België een mandaat uit, en in het buitenland een activiteit

Indien de mandataris loontrekkende is in een andere lidstaat van de Europese Unie (EU) voorziet de nieuwe Europese Verordening 883/2004 dat men onderworpen is aan het sociaal zekerheidsstelsel voor zelfstandigen van het land dat bevoegd is voor de activiteiten als werknemer.

Als de mandataris eveneens zelfstandige is in een andere lidstaat van de EU, zal hij onderworpen worden aan de sociale wetgeving van het land van zijn woonplaats als hij daar een substantieel deel van zijn activiteiten uitoefent.

Onder “substantieel” verstaat men dat minimaal 25% van de arbeidstijd, vergoeding of omzet. Indien aan deze voorwaarde niet is voldaan, valt de zelfstandige onder de sociale zekerheid van de lidstaat waar zich het “centrum van de belangen van zijn werkzaamheden” bevindt. De nieuwe Europese Verordening 883/2004 is in werking getreden op 01 mei 2010.

Als de zelfstandige gelijktijdig een loontrekkende of zelfstandige activiteit uitoefent in een land dat niet tot de EU behoort, zal hij onderworpen worden aan de wetgeving van iedere Staat. Hij zal in België beschouwd worden als zelfstandige in hoofdberoep (behoudens specifieke internationale overeenkomsten, bijvoorbeeld met Canada, de Verenigde Staten, Turkije, Chili, de Filippijnen, Japan, Australië, Macedonië, Uruguay , Quebec, Zuid-Korea en Kroatië).

Loontrekkende en zelfstandige activiteit binnen dezelfde vennootschap

Mogelijke cumulatie

De mandatarissen, de vaste vertegenwoordigers en de leden van een directiecomité van een NV kunnen, binnen dezelfde vennootschap, hun (zelfstandig) mandaat cumuleren met een activiteit als loontrekkende (arbeidsovereenkomst).

Voorwaarde: de betrokkene moet het bewijs leveren dat voormelde functies wel degelijk gescheiden zijn en dat er een daadwerkelijke band van ondergeschiktheid bestaat tussen de vennootschap en hemzelf bij de uitoefening van zijn loontrekkende activiteit.

Dubbele onderwerping

In dit geval zal de betrokkene tegelijk aan de sociale zekerheid voor loontrekkenden en aan het sociaal statuut der zelfstandigen onderworpen zijn.

Als de loontrekkende activiteit aan het begrip gewoonlijke en hoofdzakelijke activiteit beantwoordt (ten minste een halftijdse betrekking), zal de activiteit van de zelfstandige als activiteit in bijberoep beschouwd kunnen worden.

Uitsluitend de inkomsten verbonden aan de zelfstandige activiteit worden in rekening genomen voor de berekening van de bijdragen verschuldigd krachtens het sociaal statuut.

De mandataris dient ieder jaar aan zijn sociaal verzekeringsfonds een kopie van zijn “individuele loonrekening” met betrekking tot het refertejaar te bezorgen, met het oog op de berekening van zijn bijdragen.

Het globale inkomen, meegedeeld door de belastingadministratie, zal aldus verminderd worden met de inkomsten onderworpen aan de sociale zekerheid in het loontrekkende stelsel.