Principe
Als je vaststelt dat je geen vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing hebt verkregen waarvoor je wel in aanmerking kwam, dan kan je deze vrijstelling met terugwerkende kracht toepassen. De te volgen procedure hangt af van hoe lang geleden de aangifte van bedrijfsvoorheffing die je wilt corrigeren werd ingediend. Je kunt de terugbetaling verkrijgen:
- via een vereenvoudigde procedure tot augustus van het jaar volgend op het jaar van de aangifte
- via een gemotiveerd bezwaarschrift (zwaardere procedure) binnen vijf jaar na 1 januari van het jaar waarin de voorheffing werd betaald.
Vereenvoudigde procedure
Correcties van een eerdere situatie kunnen vlot via een vereenvoudigde procedure worden aangebracht, d.w.z. zonder dat een bezwaarschrift moet worden ingediend. Het belastingvoordeel kan worden gevraagd tot augustus van het jaar volgend op het jaar van de aangifte, via een regularisatie van de bedrijfsvoorheffing.
Voorbeeld: Heb je nog geen belastingvrijstelling toegepast voor 2021? Maak je geen zorgen! De vrijstelling kan nog met terugwerkende kracht tot eind augustus 2022 worden toegepast via een regularisatie van de bedrijfsvoorheffing. Vanaf september 2022 is dit alleen nog via een gemotiveerd bezwaarschrift mogelijk.
Gemotiveerd bezwaarschrift
Na deze termijn heb je nog de mogelijkheid om via een gemotiveerd bezwaarschrift een vordering tot teruggave van de voorheffing in te dienen. Je moet de teruggave dan aanvragen binnen vijf jaar na 1 januari van het jaar waarin de voorheffing werd betaald. Met andere woorden, je kunt tot vier jaar teruggaan.
Verkorte verjaringstermijn vanaf 1 juli 2022
Vanaf 1 juli 2022 wordt de verjaringstermijn tot drie jaar verkort voor vorderingen tot teruggave van voorheffing die gebaseerd zijn op de retroactieve toepassing van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Bovendien wordt de verjaringstermijn gewijzigd. De nieuwe termijn van drie jaar begint te lopen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de voorheffing aan de fiscus verschuldigd was.
Bovendien geldt die verkorte termijn enkel voor aanvragen via een bezwaarschrift. Voor de vereenvoudigde procedure verandert er niets.
En voor bezwaarschriften die op een andere reden steunen?
De nieuwe verjaringstermijn van drie jaar geldt enkel voor bezwaarschriften:
- die vanaf 1 juli 2022 worden ingediend
- en die gebaseerd zijn op de toepassing met terugwerkende kracht van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.
Ze is dus niet van toepassing op aanvragen tot terugbetaling van voorheffing op grond van een andere reden. Daarvoor blijft de verjaringstermijn van vijf jaar van toepassing.
Voorbeeld 1
In juni 2022 dient een werkgever bij de fiscus een aanvraag in om bedrijfsvoorheffing terug te vorderen en roept een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing in die in 2018 van toepassing was.
Zijn aanvraag kan aanvaard worden omdat ze binnen de termijn van vijf jaar valt.
Voorbeeld 2
Als die werkgever zijn aanvraag in juli 2022 indient, kan zijn aanvraag niet meer aanvaard worden omdat ze niet binnen de nieuwe termijn van drie jaar valt.
Zijn aanvraag kan enkel gaan over voorheffing die in 2019 of later verschuldigd was.
Voorbeeld 3
In juli 2022 dient een werkgever bij de fiscus een bezwaarschrift in om terugbetaling te verkrijgen van in 2018 betaalde voorheffing.
Zijn aanvraag kan worden aanvaard op voorwaarde dat ze op een andere reden berust dan de toepassing met terugwerkende kracht van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting.
Waarom een dergelijke verkorting?
Momenteel bedraagt de termijn waarbinnen de belastingschuldigen een vordering tot teruggave van voorheffing kunnen indienen vijf jaar terwijl de belastingadministratie slechts over drie jaar beschikt om een onderzoek uit te voeren.
Het is in die omstandigheden voor de administratie moeilijk om een strikte controle van de toepassing van deze vrijstellingen uit te voeren. Door dit verschil in termijn kunnen belastingschuldigen een aanvraag indienen terwijl de aan de fiscus toegestane termijn al verstreken is. De administratie is dan niet meer in staat de aanvraag volledig te onderzoeken.
Door de termijn voor het indienen van een vordering tot teruggave van voorheffing te verkorten, kan dit probleem dus worden opgelost en wordt deze termijn afgestemd op de onderzoekstermijn die de administratie is toegestaan.
Wat doet Securex voor jou?
Raadpleeg voor meer informatie over verjaringstermijnen fiche op Lex4You.
Bron:
Wet van 28 maart 2022 houdende verlaging van lasten op arbeid, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2022.