Update van 10 januari 2022: de hervorming is officieel sinds 1 januari 2022:
- De maatregel over de gemiddelde arbeidsduur van 19 uur per week voor alle werknemers van de onderneming en de maatregel over de opleiding van jouw werknemers, zijn op 1 januari 2022 in werking getreden
- De maatregel over de informatiesessie over dienstencheques zal op 1 januari 2023 in werking treden
De gemiddelde arbeidsduur moet ten minste 19 uur per week bedragen
Als erkende onderneming moet ul uw dienstenchequewerknemers in dienst nemen voor een gemiddelde arbeidsduur van ten minste 19 uur per week. De verplichting geldt pas vanaf het vierde kalenderjaar na het verlenen van de erkenning.
Goed om te weten : deze verplichting wordt toegepast op het gemiddelde van alle werknemers van de onderneming en niet per werknemer
Welke arbeidstijd wordt in aanmerking genomen?
De in aanmerking genomen arbeidstijd is de arbeidstijd die in de arbeidsovereenkomst is vastgesteld. Aanvullende uren en uren die worden gepresteerd op basis van een addendum van bepaalde duur bij de arbeidsovereenkomst worden niet in aanmerking genomen.
Als je echter een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur hebt afgesloten, kan je het aantal uren uit de arbeidsovereenkomst wel met een addendum van onbepaalde duur verhogen.
Een voorbeeld kan dit wellicht verduidelijken:
Je hebt met een werknemer een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur afgesloten. Daarin werd een arbeidsduur van 16 uur per week vastgelegd.
Je sluit vervolgens een addendum van bepaalde duur van 1 januari 2022 tot 31 december 2022 af bij die arbeidsovereenkomst. Met dat addendum verhoog je de arbeidsduur tot 20 uur per week. In dat geval zal er geen rekening gehouden worden met het addendum, omdat het een addendum van bepaalde duur is. Er wordt dus enkel rekening gehouden met de arbeidsduur uit de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. Het gemiddeld aantal uren in die overeenkomst bedroeg geen 19 uur. Bijgevolg vervul je de voorwaarde dat er een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van minimum 19 uur moet worden voorzien, niet.
Sluit je evenwel een addendum van onbepaalde duur af om de arbeidsduur te verhogen tot 20 uur? Dan voldoe je wel aan de voorwaarde dat je een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van minimum 19 uur moet voorzien.
Voor welke werknemers?
De nieuwe maatregelen zijn van toepassing op werknemers die zijn tewerkgesteld in een vestigingseenheid in Wallonië.
Hoe wordt de arbeidstijdverplichting gecontroleerd?
Elk jaar moet u in de maand februari een overzicht opsturen van de gemiddelde arbeidsduur van de betrokken werknemers voor elk van de kwartalen van het voorgaande jaar.
Aangezien de verplichting op 1 januari 2022 in werking treedt, moet je jouw eerste overzichten in februari 2023 versturen. In de loop van 2022 zal een modeldocument worden opgemaakt.
Er wordt een overgangsperiode ingebouwd om het eerste kwartaal van 2022 niet mee te tellen als het gemiddelde van 19 uur in die periode niet wordt gehaald.
Is er een vrijstelling?
Nieuwe erkende bedrijven zijn tijdelijk vrijgesteld van de verplichting om een gemiddelde wekelijkse tewerkstellingstijd van 19 uur te halen.
De verplichting geldt immers pas vanaf het vierde kalenderjaar na het verlenen van de erkenning.
Als jouw onderneming bijvoorbeeld in november 2021 erkend werd, gaat de verplichting pas in op 1 januari 2025.
Opleiding van werknemers
Je moet elk jaar ten minste negen uur opleiding aanbieden aan elke dienstenchequemedewerker.
De opleidingsverplichting geldt ook voor deeltijdse werknemers maar het aantal uren wordt aangepast naar verhouding tot hun arbeidsduur.
Als de arbeidsregeling van de werknemer in de loop van het jaar verandert, wordt de hoogste arbeidsduur in aanmerking genomen.
Over welke soort opleiding gaat het?
De werknemers zullen de aangeboden opleidingen kunnen kiezen binnen een of meer van de volgende categorieën:
- Goedgekeurd door het opleidingsfonds dienstcheques
- Ondersteund door een sectoraal opleidingsfonds
- In het kader van opleidingscheques
- In het kader van het ‘crédit-adaptation’
- In het kader van betaald educatief verlof
Wat gebeurt er als de werknemer niet naar de opleiding kan gaan?
Als een werknemer door overmacht niet naar een opleiding kan gaan, zal de opleiding toch in aanmerking worden genomen.
Hoe wordt de opleidingsverplichting gecontroleerd?
Je dient een document op te stellen met de opleidingen die aan elke werknemer zijn aangeboden, het aantal uren en het soort opleiding.
Je moet ook de bewijsstukken bewaren. Deze documenten moeten worden bewaard in de vestigingseenheid waar de werkneemster of werknemer wordt tewerkgesteld. Ze kunnen worden opgevraagd bij controle.
Modelovereenkomst met de gebruiker
Je moet met elke gebruiker een schriftelijke overeenkomst sluiten. Deze overeenkomst moet ten minste de volgende informatie bevatten:
- De toegestane taken
- Een herinnering aan het verbod op discriminatie en intimidatie in het kader van de uitvoering van de overeenkomst
- De modaliteiten waaronder een geplande prestatie wordt geannuleerd
- De modaliteiten waaronder de erkende onderneming de eventuele schade herstelt die in het kader van uitvoering van de overeenkomst aan zaken of personen wordt toegebracht
- Indien de gebruiker materiaal of producten ter beschikking stelt, de verplichte kenmerken van het materiaal of de producten
- Wanneer de activiteiten bij de gebruiker thuis worden uitgevoerd, de modaliteiten waaronder de erkende onderneming de woning van de gebruiker kan bezoeken om toe te zien op het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun werk
Bezoek aan de werkplek
Je moet de werknemer vergezellen naar de plaats van uitvoering van de arbeidsprestaties vóór de eerste uitvoering van werkzaamheden of buurtdiensten die in de woning van de gebruiker worden verricht om toe te zien op het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun werk.
Informatiesessie over dienstencheques
Minstens één persoon in jouw bedrijf moet in de voorbije drie jaar hebben deelgenomen aan de informatiesessie over dienstencheques, die wordt georganiseerd door de FOREM (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) en de Waalse overheidsdienst.