De regering werkt momenteel aan een ingrijpende belastinghervorming die onder meer de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor nacht- en ploegenarbeid aanpakt. Deze hervorming voorziet in aanzienlijke wijzigingen. We geven u een eerste overzicht in dit artikel.
Let op! Hoewel deze maatregelen al door de Ministerraad zijn goedgekeurd, bevinden ze zich nog in het stadium van een wetsontwerp en zijn ze nog niet officieel! De maatregelen die we hieronder beschrijven, kunnen nog het voorwerp uitmaken van amendementen. De inwerkingtreding ervan is momenteel gepland op 1 april 2022. Zodra ze gepubliceerd worden, brengen wij u daarvan op de hoogte via Lex4you.
Waaruit bestaat de vrijstelling?
Een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt verleend aan ondernemingen wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- er wordt nacht- of ploegenarbeid (of volcontinuarbeid) verricht of er worden werken in onroerende staat verricht in ploegen op locatie, volgens een definitie die specifiek is voor de betrokken sectoren
- er wordt een ploegenpremie betaald of toegekend (een bruto-uurloon van minstens 13,75 euro (niet-geïndexeerd bedrag) wordt gelijkgesteld met een ploegenpremie wanneer werken in onroerende staat in ploeg worden verricht)
- de werkgevers zijn bedrijfsvoorheffing verschuldigd
- de volledige bedrijfsvoorheffing werd ingehouden op de bezoldigingen en premies
- de werknemers werken tijdens de maand waarvoor het voordeel wordt gevraagd ten minste een derde van hun arbeidstijd in ploegen of ’s nachts.
Concreet betekent dit dat de werkgever 22,8% van de bedrijfsvoorheffing kan behouden die werd ingehouden op het loon van de betrokken werknemers.
Kwantificering van minimumpremies als percentage
Een van de voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling is de toekenning van een nacht-/ploegenpremie. Er is momenteel geen minimumbedrag aan ploegenpremie om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. In de meeste sectoren zijn er wel akkoorden over deze nacht- en ploegenpremies.
Het wetsontwerp voorziet nu in de kwantificering van deze minimumpremie in de vorm van een percentage.
Om in aanmerking te blijven komen voor de vrijstelling moet u uw werknemers vanaf 1 april 2022 bovenop het contractuele bruto-uurloon een minimumpremie van 2% voor ploegenarbeid en 12% voor nachtarbeid betalen.
Voor werknemers die ‘s nachts ploegenarbeid verrichten, zal de fiscus echter een minimumpremie van 2% per uur aanvaarden. Ploegenarbeid ‘s nachts wordt immers als ploegenarbeid beschouwd.
Vanaf 1 april 2024 zal de toekenning van deze premie bovendien aan een bijkomende voorwaarde onderworpen zijn: ze moet opgenomen zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst, in het arbeidsreglement of in een arbeidsovereenkomst. Zo niet, wordt deze premie niet in aanmerking genomen en kunt u niet rekenen op de vrijstelling.
Toegestane onderbreking tussen opeenvolgende ploegen
Een van de voorwaarden voor ploegenarbeid is dat de ploegen elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen en dat de overlapping niet meer dan een kwart van hun dagelijkse taken bedraagt.
Het wetsontwerp wil deze voorwaarde versoepelen door te bepalen dat geen rekening wordt gehouden met onderbrekingen van vijftien minuten of minder tussen opeenvolgende ploegen.
Het wetsontwerp bevestigt dus de administratieve tolerantie die in dit verband al bestond en voorziet bovendien in een verruimde administratieve tolerantie in geval van noodzaak, in echt uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld als gevolg van de Covid-19-pandemie.
Twee afzonderlijke vrijstellingen
Vanaf 1 april 2022 wordt de vrijstelling voor ploegen- of nachtarbeid opgesplitst in twee afzonderlijke vrijstellingen:
- Een vrijstelling voor ploegenarbeid
- Een vrijstelling voor nachtarbeid
Deze opsplitsing zal gevolgen hebben, met name voor de vaststelling van de één derde-norm en de berekening van de vrijstelling.
Gevolg voor de berekening van de één derde-norm
Een van de voorwaarden om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen, is dat de werknemers ten minste een derde van hun arbeidstijd in ploegen of in nachtarbeid werken tijdens de maand waarvoor het voordeel wordt aangevraagd. Sinds 1 januari 2022 moet de één derde-norm worden berekend op uurbasis.
Om te bepalen of aan de één derde-norm is voldaan, volstaat het momenteel om de arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid in de betrokken maand te delen door de totale arbeidstijd van de betrokken maand.
Voortaan zal de arbeidstijd die in de teller moet worden opgenomen, de arbeidstijd zijn die in de betrokken maand in ploegendienst is gewerkt OF de arbeidstijd die in de betrokken maand ‘s nachts is gewerkt. Vanaf 1 april 2022 mag u de arbeidsprestaties van de twee soorten vrijstellingen voor dezelfde maand niet meer cumuleren voor het bepalen van de één derde-norm.
Voorbeeld:
Peter werkt in één maand zowel ‘s nachts als in ploegen. En dat volgens het volgende uurrooster:
Februari N (deze maand telt 4 volledige werkweken en de eerste werkdag is maandag 1 februari) |
Dagen waarop gewerkt wordt |
Uurrooster |
Stelsel waarin de werknemer werkt |
Week 1 |
Van maandag tot vrijdag (5 dagen) |
5 – 13 uur |
Ploegenarbeid |
Week 2 |
Van maandag tot vrijdag (5 dagen) |
8 – 16 uur |
Geen ploegenarbeid |
Week 3 |
Van maandag tot vrijdag (5 dagen) |
21 – 5 uur |
Nachtarbeid (8 uur) |
Week 4 |
Van maandag tot vrijdag (5 dagen) |
8 – 16 uur |
Geen ploegenarbeid |
Momenteel wordt om de één derde-norm te berekenen zowel rekening gehouden met de ploegenarbeid als met de nachtarbeid die tijdens de maand wordt gepresteerd.
De één derde-norm wordt voor Peter in deze maand als volgt berekend:
((8 x 5) + (0 x 5) + (8 x 5) + (0 x 5)) |
((8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5)) |
= 80/160 = 0,50.
Worden alle andere voorwaarden nageleefd? Dan heeft de werkgever van Peter deze maand recht op een vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor nacht- en ploegenarbeid.
Vanaf 1 april 2022, wordt er voor de vrijstelling van de ploegenarbeid enkel rekening gehouden met de uren die in ploegen gewerkt worden en waarvoor een ploegenpremie wordt betaald. Hetzelfde geldt voor prestaties tijdens de nacht waarvoor een nachtpremie wordt betaald.
Voor de toepassing van de vrijstelling voor de ploegenarbeid, wordt de één derde-norm voor Peter in deze maand als volgt berekend:
Ploegenarbeid:
((8 x 5) + (0 x 5) + (0 x 5) + (0 x 5)) |
((8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5)) |
= 40/160 = 0,25
Voor de vrijstelling voor de nachtarbeid kan eenzelfde berekening gemaakt worden:
((0 x 5) + (0 x 5) + (8 x 5) + (0 x 5)) |
((8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5)) |
= 40/160 = 0,25
De werkgever kan deze maand de vrijstelling voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing dus noch voor de ploegenarbeid, noch voor de nachtarbeid toepassen voor Peter.
Uitzondering: als Peter zijn prestaties tijdens de nacht van week 3 in ploegenarbeid levert, wordt de één derde-norm als volgt berekend. Er moet dan wel aan alle andere voorwaarden voldaan worden.
Ploegenarbeid:
((8 x 5) + (0 x 5) + (8 x 5) + (0 x 5)) |
((8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5) + (8 x 5)) |
= 80/160 = 0,50
Worden alle andere voorwaarden nageleefd? Dan heeft de werkgever van Peter deze maand recht op een vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid.
Gevolg voor de berekening van de vrijstelling
De vrijstelling voor nacht- en ploegenarbeid wordt berekend op alle belastbare bezoldigingen van alle betrokken werknemers. Sinds 2018 is de ‘individuele benadering’ namelijk afgeschaft.
Als er bij een werknemer die bezoldigingen ontvangt die voor deze vrijstelling in aanmerking komen, een overschot aan bedrijfsvoorheffing (met betrekking tot deze bezoldigingen) bestaat, wordt dit overschot bijgevolg toegewezen aan een of meer werknemers voor wie er een tekort aan bedrijfsvoorheffing is.
Door de splitsing van de vrijstellingen voor nachtarbeid en ploegenarbeid zal de berekening voortaan afzonderlijk moeten gebeuren, enerzijds op alle belastbare bezoldigingen van alle werknemers die voor de vrijstelling voor nachtarbeid in aanmerking komen en anderzijds op alle belastbare bezoldigingen van alle werknemers die voor de vrijstelling voor ploegenarbeid in aanmerking komen.
Wat met uitzendkantoren?
De voor uitzendarbeid erkende ondernemingen die werknemers die in ploegendienst of ‘s nachts werken, ter beschikking stellen van deze werkgevers komen nog in aanmerking voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Vanaf 1 oktober 2022 moeten deze kantoren echter de uitdrukkelijke toestemming van de klant krijgen. Deze nieuwe voorwaarde geldt niet alleen voor nieuwe uitzendopdrachten, maar ook voor lopende uitzendopdrachten.
Wat doet Securex voor u?
Wij volgen de evolutie in deze materie op de voet. Zodra we meer details hebben over deze maatregelen, brengen we u hiervan op de hoogte via Lex4You.
Hebt u nog vragen? Aarzel dan niet om uw Securex Legal Advisor te contacteren via het volgende e-mailadres: myhr@securex.be.