Achtergrond
De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid werd in 1994 ingevoerd door de regering Dehaene in het kader van diens globaal sociaal-economisch herstelplan. Ze vormde een bijkomende financiële steun om de leefbaarheid van de sociale zekerheid te verzekeren.
De minister van Financiën wil deze bijdrage nu geleidelijk aan afschaffen omdat deze volgens hem leidt tot discriminatie. Deze bijdrage weegt nl. zwaarder door voor alleenstaanden dan voor gehuwden en wettelijk samenwonenden.
De verlaging en uiteindelijke afschaffing van de bijzondere socialezekerheidsbijdrage zou de koopkracht van de lage en middeninkomens moeten verbeteren.
Nieuwe regeling
Als eerste stap heeft de regering besloten de bijzondere socialezekerheidsbijdrage voor lage en middeninkomens te verlagen vanaf het inkomstenjaar 2022 (aanslagjaar 2023).
Deze wijziging zal ingaan vanaf 1 april 2022.
Hierna volgt een schematisch overzicht van de toepasselijke tarieven, respectievelijk vóór en na inwerkingtreding van de wetswijziging met ingang van 1 april 2022:
Situatie voor 1 april 2022
Brutoloon/kwartaal |
Bijdrage/kwartaal |
|
Werknemer is gehuwd/wettelijk samenwonend + partner heeft beroepsinkomsten |
Andere (dus: alleenstaanden, inclusief feitelijke samenwonenden alsook de gehuwden/wettelijk samenwonenen met een partner zonder beroepsinkomsten ) |
|
< € 3.285,29 |
€ 0 |
|
> € 3.285,29 - 5.836,13 |
€ 27,90 |
€ 0 |
> € 5.836,14 - 6.570,54 |
7,60% van deel maandloon in de schijf van € 1.945,38 t.e.m. € 2.190,18, met minimum € 27,90 |
7,60% van deel maandloon> € in de schijf van € 1.945,38 t.e.m. € 2.190,18 |
> € 6.570,55 - 18.116,46 |
€ 55,80 EUR + 1,1% van het deel maandloon in de schijf van € 2.190,19 t.e.m. € 6.038,82, met maximum € 154,9 |
€ 55,80 + 1,1% van deel maandloon in de schijf van € 2.190,19 t.e.m. € 6.038,82 |
> € 18.116,46 |
€ 154,92 |
€ 182,82 |
Situatie vanaf 1 april 2022
Brutoloon/kwartaal (aan 108% voor de arbeiders) |
Bijdrage/kwartaal |
||
Gemeenschappelijke aanslag (dus: gehuwd/wettelijk samenwonend) |
Andere (dus: alleenstaanden, inclusief feitelijk samenwonenden) |
||
Partner met beroepsinkomsten |
Partner zonder beroepsinkomsten |
||
< € 3.285,29 |
€ 0 |
||
> € 3.285,29 t.e.m. 5.836,13 |
€ 15,45 |
€ 0 |
|
> € 5.836,14 - 6.570,54 |
5,9% van deel maandloon in de schijf van € 1.945,38 t.e.m. € 2.190,18, met minimum € 15,45 |
5,9% van deel maandloon in de schijf van € 1.945,38 t.e.m. € 2.190,18 |
4,22% van deel maandloon in de schijf van € 1.945,38 t.e.m. € 2.190,18 |
> € 6.570,55 - 11.211,00 |
€ 43,32 + 1,1% van het deel maandloon > € 2.190,18 met maximum € 154,92
|
€ 43,32 + 1,1% van het deel maandloon > € 2.190,18 met maximum € 182,82 |
€ 30,99 + 1,1% van deel maandloon in de schijf van € 2.190,19 t.e.m. € 3.737,00 |
> 11.211,01 – 12.300,00 |
€ 82,05 + 3,38% van deel maandloon in de schijf van € 3.737,01 t.e.m. € 4.100,00 |
||
> 12.300,01 – 18.116,46 |
€ 118,83 + 1,1% van deel maandloon in de schijf van € 4.100,01 t.e.m. € 6.038,82 |
||
> € 18.116,46 |
€ 182,82 |
Inwerkingtreding
De wet houdende verlaging van lasten op arbeid werd op 31 maart gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De door die wet ingevoerde maatregelen treden op 1 april 2022 in werking.
Bron: