Dit heeft een rechtstreekse impact op de berekening van de werkloosheidsuitkeringen, op de bedrijfstoeslag en op het bedrag van de persoonlijke inhouding voor de sociale zekerheid.
U moet evenwel een onderscheid maken tussen de brugpensioenen die ingaan op 1 november 2023 en de brugpensioenen die voor deze datum zijn ingegaan.
De SWT die ingegaan zijn vóór 1 november 2023
Voor de werknemers die reeds voor deze datum in een SWT zaten, worden het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen en dat van de bedrijfstoeslag gewoon geïndexeerd met 2%.
De SWT die ingaan vanaf 1 november 2023
De nieuwe bedragen waarmee rekening moet gehouden worden, zijn de volgende:
Drempel van het brutoloon om het netto referteloon te bepalen
- 4.948,01 euro voor het SWT (vorig bedrag: 4.851,02)
- 2.474,00 euro voor het halftijds brugpensioen (vorig bedrag: 2.425,51)
Deze drempels zijn enkel van toepassing als er in uw sector geen andere drempels worden toegepast.
Drempel van het brutoloon om de werkloosheidsuitkering te berekenen
- 2.765,74 euro per maand en 106,3745 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 2.711,53 en 104,2895)
Maximum bedrag van de maandelijkse werkloosheidsuitkering
- 1.659,32 euro per maand en 63,82 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 1.626,82 en 62,57)
- 829,66 euro per maand en 31,91 euro per dag voor het halftijds brugpensioen (vorige bedragen: 813,54 en 31,29)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het SWT
- 1.778,73 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 1.743,86)
- 2.142,51 euro met gezinslast (vorig bedrag: 2.100,51)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het halftijds brugpensioen
- 889,36 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 871,93)
- 1.071,26 euro met gezinslast (vorig bedrag: 1.050,26)