Welke nieuwe sectoren komen in aanmerking?
Werkgevers uit twaalf bijkomende sectoren zullen gebruik kunnen maken van de flexi-jobs. In de privésector gaat het om werkgevers uit de volgende sectoren:
- Vervoer per bus/autocar
- Onderwijs/opvoeding
- Sport en cultuur
- Begrafenisondernemingen
- Kinderopvang
- Evenementen
- Voeding
- Autorijscholen en vormingscentra
- Autosector
- Land- en tuinbouw
- Vastgoedsector
- Verhuissector
In sommige van die sectoren komen enkel werkgevers met een bepaalde werkgeverscategorie of een bepaalde NACE code in aanmerking. Je vindt daarvan een duidelijk overzicht in de tussentijdse instructies van de RSZ.
Geen tewerkstelling bij dezelfde werkgever
In de nieuwe wet worden de regels over de tewerkstelling als flexi-jobber bij dezelfde werkgever verstrengd. Daarnaast mag een werknemer geen flexi-job meer uitoefenen bij een verbonden onderneming.
Geen tewerkstelling bij dezelfde werkgever
Tot eind 2023 is het verboden om in hetzelfde kwartaal als flexi-jobber te werken bij een werkgever waar je als werknemer minstens 80% werkt. Die regel wordt nu verstrengd.
Een werknemer mag niet meer in hetzelfde kwartaal als flexi-jobber werken bij een werkgever waar die met een andere arbeidsovereenkomst wordt tewerkgesteld. Dat is dus ook het geval als je werknemer bijvoorbeeld maar 50% bij jou werkt.
Er is wel één uitzondering op deze regel. Als je werknemer in het begin van een kwartaal als flexi-jobber bij jou werkt en je die nadien met een gewone arbeidsovereenkomst in dienst neemt, dan wordt dit aanvaard.
Geen tewerkstelling bij een verbonden werkgever
Vanaf 2024 mag je ook geen flexi-jobber meer tewerkstellen bij een onderneming die aan jouw onderneming verbonden is. Het gaat daarbij om de situatie waarbij een werknemer een gewone arbeidsovereenkomst heeft bij een werkgever en als flexi-jobber bij een verbonden onderneming zou gaan werken.
Om na te gaan of twee of meer ondernemingen met elkaar verbonden zijn, wordt beroep gedaan op de definitie uit artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. In dat artikel 1.20 wordt het volgende bepaald:
Voor de toepassing van dit wetboek wordt verstaan onder:
1° "met een vennootschap verbonden vennootschappen":
a) de vennootschappen waarover zij een controlebevoegdheid uitoefent;
b) de vennootschappen die een controlebevoegdheid over haar uitoefenen;
c) de vennootschappen waarmee zij een consortium vormt;
d) de andere vennootschappen die, bij weten van haar bestuursorgaan, onder de controle staan van de vennootschappen bedoeld in a), b) en c);
Als een onderneming onder controle staat van een andere, is er dus sprake van verbonden ondernemingen. Denk bijvoorbeeld aan een moeder- en dochtervennootschap.
Twee ondernemingen zijn ook met elkaar verbonden als ze samen een consortium vormen. Als twee of meer ondernemingen onder een centrale leiding staan, worden ze als een consortium beschouwd. Dat is het geval als:
- De centrale leiding voortvloeit uit tussen de vennootschappen gesloten overeenkomsten of uit statutaire bepalingen, of
- Hun bestuursorganen voor het merendeel bestaan uit dezelfde personen
Wat als een flexi-jobber diens arbeidsduur vermindert?
Een werknemer die vier kwartalen voor aanvang van een flexi-job 100% werkte en in het derde kwartaal voor aanvang nog maar 80% werkt, kan een bepaalde periode niet flexi-jobben. Dat is het geval in het derde en vierde kwartaal na de verlaging van de arbeidsduur.
Let op! De RSZ controleert ook de situatie in het vijfde kwartaal vóór aanvang van de flexi-job.
Voorbeeld
Jan wil bij jou een flexi-job uitoefenen vanaf 1 april 2024, het tweede kwartaal van 2024. Hij werkt op dat moment 80% bij een andere werkgever.
De RSZ zal in eerste instantie nagaan of Jan drie kwartalen vroeger ook al 80% werkte. Dat is het kwartaal dat liep van juli tot september 2023. Werkte hij toen 100%? Dan mag hij niet flexi-jobben van april tot en met september 2024.
Werkte hij toen ook al 80%, dan controleert de RVA de situatie van het vorige kwartaal. Dat is dus de periode van april tot juni 2023. Als Jan toen 100% werkte, mag hij van april tot en met september 2024 niet als flexi-jobber werken.
Werkte Jan toen 80%, dan controleert de RSZ de situatie van januari tot maart 2023, dat is het vijfde kwartaal vóór aanvang van de flexi-job. Werkte Jan in dat kwartaal ook al 80%, dan mag hij flexi-jobben.
Werkte hij toen nog 100%? Dan mag hij ook geen flexi-job uitoefenen van april tot en met september 2024.
Wat is het minimum flexi-loon?
In de horeca blijft het huidige flexi-loon ook in 2024 van toepassing.
In alle andere sectoren, moeten flexi-jobwerknemers vanaf 2024 evenwel steeds het sectorale minimumloon ontvangen voor de betrokken functie. Bestaat er geen sectoraal baremaloon, dan moet de flexijobber een loon ontvangen dat minstens gelijk is aan het GGGMI.
Om misbruik te voorkomen, komt er ook een maximumloon. Het flexi-loon (met inbegrip van alle premies, vergoedingen en voordelen) mag nog maximaal 150% van het basisloon voor die functie of het GGGMI bedragen.
En wat met het salarisplafond van 12.000 euro?
Werknemers die bij een andere werkgever als flexi-jobber werken, mogen vanaf 2024 nog maximaal 12.000 euro bruto op jaarbasis onbelast bijverdienen. Voor het gedeelte erboven wordt de fiscale vrijstelling afgeschaft. Deze regel geldt niet voor gepensioneerden.
Momenteel onderzoekt de RSZ nog hoe werknemers dit zelf kunnen opvolgen. Waarschijnlijk zal dat pas vanaf 2025 onmiddellijk opgevolgd kunnen worden.
Wat doet Securex voor jou?
Je vindt meer info over de flexi-jobs in ons artikel van 16 oktober 2023. Heb je nog vragen over de flexi-jobs? Dan kan je ook bij je Securex Legal Advisor terecht via myHR@securex.be.
Werf je binnenkort een eerste flexi-jobber aan? Neem dan zeker contact op met je Client Advisor via myHR@securex.be
Voor dringende Dimona aangiftes kan je steeds een beroep doen op ons callcenter. Dit kan telefonisch op 0903 99 217of per e-mail via securex@offitel.be