Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Weldra een individueel opleidingsrecht voor bijna alle werknemers

Werknemers hebben vanaf 2024 recht op vijf individuele opleidingsdagen per jaar. Zowel formele als informele opleidingen tellen hiervoor mee. Voor werkgevers met minder dan twintig werknemers worden er wel uitzonderingen voorzien. Deze regels treden in werking op de dag waarop de wet wordt gepubliceerd.

Update 10 november 2022: deze wet werd op 10 november in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd

Individueel recht op opleidingen

Tot nu moeten ondernemingen een gemiddeld aantal opleidingsdagen per werknemer voorzien op het niveau van de onderneming. Het is dus mogelijk om de ene werknemer meer opleidingen te laten volgen dan de andere en toch aan de verplichtingen te voldoen.

Zodra de nieuwe regels over het recht op opleidingen in werking treden, heeft elke werknemer recht op een aantal individuele opleidingsdagen.

Het gaat om gemiddeld vijf opleidingsdagen per jaar voor een voltijdse werknemer vanaf 2024. In 2023 hebben voltijdse werknemers recht op vier opleidingsdagen.

Werknemers die geen volledig jaar bij jou werkten of die deeltijds werken, hebben recht op een pro rata aantal opleidingsdagen. Dat aantal wordt volgens de volgende formule berekend:

Het aantal opleidingsdagen voor een voltijdse werknemer x het tewerkstellingspercentage van de betrokken werknemer x het aantal maanden dat de werknemer bij jou werkte in dat jaar gedeeld door twaalf. Een begonnen maand telt daarbij  als een volledige maand.

Voorbeeld:

Jan werkt 80% en wordt aangeworven op 29 april 2024. Hij heeft dan recht op:

5 x 80% x (9/12) = 3 opleidingsdagen in 2024.

Het individueel opleidingsrecht als gemiddelde over vijf jaar

Je moet in je onderneming je werknemers niet elk jaar vier (in 2023) of vijf (vanaf 2024) opleidingsdagen toekennen. De niet opgenomen dagen moet je naar het volgende jaar overdragen. Je werknemer moet over een periode van vijf jaar wel het gemiddeld aantal opleidingsdagen gevolgd hebben.

De eerste periode van vijf jaar vangt aan in 2024. Je werknemer moet met andere woorden in de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2028 25 opleidingsdagen gevolgd hebben. Na die periode van vijf jaar wordt het aantal dagen opnieuw op 0 gezet.

Hoe leg je het opleidingsrecht vast?

Bestaat er een sectorale cao?

In eerste instantie moet je nagaan of je paritair comité dit individuele recht heeft vastgelegd in een sectorale cao. Die cao regelt dan het opleidingsrecht voor je werknemers. De sociale partners moeten bepaalde verplichte vermeldingen in de cao opnemen.

Voor de periode 2023-2024 moet deze cao ten laatste op 30 september 2023 afgesloten worden.

Als werkgever moet je dus nog even afwachten om te zien of in je sector een cao zal worden afgesloten. We raden wel aan om in 2023 toch al vier opleidingsdagen per werknemer in te plannen. Zo vermijd je onaangename verrassingen in oktober 2023.

In die sectorale cao kan ook het aantal individuele opleidingsdagen verminderd worden. Dat aantal dagen mag echter nooit minder dan twee dagen per jaar bedragen.

De individuele opleidingsrekening

Bestaat er op 30 september 2023 geen sectorale cao voor je bedrijf? Dan moet je het aantal opleidingsdagen bijhouden op een individuele opleidingsrekening per werknemer.

Die opleidingsrekening is een formulier waarop je voor elke werknemer de informatie over de opleidingen bijhoudt. Je mag die opleidingsrekening ook elektronisch opmaken. Het formulier moet de volgende informatie bevatten:

  • De identiteit van de werknemer. Om die te kunnen bepalen, moet je de volgende info vermelden:
    • Naam en voornaam
    • Datum en plaats van geboorte
    • Adres
    • Rijksregisternummer
  • Het arbeidsregime waarin de werknemer wordt tewerkgesteld
  • Het of de bevoegde paritaire comité(s) of paritaire subcomité(s)
  • Het aantal dagen opleidingskrediet voor dat jaar
  • Het aantal gevolgde opleidingsdagen en het aantal overblijvende dagen of het aantal over te dragen dagen naar het volgende jaar
  • Het groeipad dat vastlegt hoe het aantal opleidingsdagen wordt verhoogd om het individueel opleidingsrecht van minimum 5 dagen per jaar vanaf 1 januari 2024 te realiseren. Om het groeipad te bepalen, moet je rekening houden met het aantal opleidingsdagen dat op 1 januari 2023 in je onderneming bestaat

Het formulier maakt deel uit van het persoonlijk dossier van je werknemers.

Vergeet ook niet je werknemers in te lichten dat je een opleidingsrekening bijhoudt. Ook als je nieuwe medewerkers aanwerft, moet je hen informeren over de opleidingsrekening.

Bovendien moet je je werknemers minstens één keer per jaar informeren over het saldo van hun opleidingskrediet. Tegelijk moet je hen er aan herinneren dat ze hun opleidingsrekening kunnen raadplegen en corrigeren.

Wat als je de regels niet volgt?

Volg je de verplichtingen uit je sectorale cao niet? Of houd je geen individuele opleidingsrekening bij? Dan hebben je werknemers automatisch recht op vier opleidingsdagen in 2023 en op vijf dagen vanaf 2024.

Uitzondering voor kleinere ondernemingen

Het recht op vijf individuele opleidingsdagen per jaar per werknemer is niet van toepassing op bedrijven met minder dan twintig werknemers. Daarbij moet nog een onderscheid gemaakt worden tussen bedrijven met minder dan tien werknemers en diegenen die tien tot minder dan twintig werknemers tellen.

Bedrijven met minder dan 10 werknemers

Telt je bedrijf minder dan 10 werknemers? Dan zijn deze regels niet op jou van toepassing. Je mag natuurlijk steeds opleidingen voorzien voor je werknemers, maar je moet geen minimum aantal dagen toekennen.

Bedrijven met 10 tot minder dan 20 werknemers

Als je in je bedrijf tussen 10 en minder dan 20 werknemers hebt, moet je één dag opleiding per jaar per voltijdse werknemer voorzien.

Ook hier gaat het over een gemiddelde over een periode van vijf jaar. In de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2028 moet je voltijdse werknemer dus gemiddeld één dag opleiding per jaar gevolgd hebben.

Hoe bereken je het aantal werknemers in je bedrijf?

Om te weten hoeveel werknemers je in dienst hebt, moet je per periode van twee jaar een gemiddeld aantal werknemers berekenen. De eerste tweejaarlijkse periode is de periode 2022-2023.

Dat doe je door het gemiddeld aantal voltijdse equivalenten te berekenen dat je op het einde van elk kwartaal in een referteperiode aan de RSZ hebt doorgegeven. Die referteperiode loopt van het vierde kwartaal van het tweede jaar vóór de aanvang van de tweejaarlijkse periode tot het derde kwartaal van het jaar voor aanvang van die periode.

 Voor de periode 2022-2023, moet je dus rekening houden met het aantal voltijdse equivalenten op het einde van het vierde kwartaal van 2020 en de eerste drie kwartalen van 2021. Er wordt enkel rekening gehouden met de kwartalen waarvoor je werknemers hebt aangegeven.

Welke opleidingen? En wanneer kan je werknemer die volgen?

Je mag je werknemers zowel formele als informele opleidingen aanbieden.

Formele opleidingen

Dit zijn door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en/of stages. Ze gaan door op plaatsen die duidelijk van de werkplek gescheiden zijn, zoals een opleidingslokaal. Deze opleidingen kunnen zowel door interne medewerkers als door externen gegeven worden.

Informele opleidingen

Dit zijn opleidingen die niet als formele opleidingen kunnen worden beschouwd, maar die wel betrekking hebben op het werk. Bij dit soort opleidingen moeten de werknemers die ze volgen veel meer zelf organiseren. Ze kunnen bijvoorbeeld zelf de plaats en de inhoud van de opleiding (mee) bepalen. De opleidingen worden eerder ad hoc gegeven op basis van de individuele behoeften van de werknemer op de werkplek.

Wanneer mogen de werknemers de opleidingen volgen?

De opleidingen kunnen zowel tijdens als buiten de werkuren gevolgd worden. Volgt je werknemer een opleiding die buiten de werkuren wordt gegeven? Dan heeft die recht op het gewone loon voor die uren, maar niet op overloon.

Wat doet Securex voor jou?

Heb je nog vragen over het recht op opleidingen? Dan kan je terecht bij je Securex Legal Advisor op myHR@securex.be.

Bron