Deze afschaffing verloopt in 3 overgangsperiodes:
- 1ste periode: 2003-2008
- 2de periode 2009-2011
- 3de periode 2012-2033
Vanaf 1 januari 2034 zal de grensarbeidersregeling worden afgeschaft. De bezoldigingen zullen vanaf dan in België worden belast (staat van tewerkstelling) en de bedrijfsvoorheffing zal dan in België worden ingehouden.
Tijdens deze 3 overgangsperiodes blijven de bezoldigingen onderworpen aan de grensarbeidersregeling en worden ze dus in Frankrijk belast.
Aangezien de twee eerste overgangsperiodes verstreken zijn, bespreken we onderstaand enkel de bijzondere voorwaarden die specifiek gelden voor de huidige (3de) overgangsperiode.
Meer informatie over de algemene basisvoorwaarden die tijdens elke overgangsperiode voor de Franse grensarbeiders golden, vindt u bij wijze van historiek in bijlage.
Specifieke voorwaarden - 3de overgangsperiode (2012 tot 2033)
Definitie
De grensarbeider is een natuurlijke persoon die (ongeacht zijn nationaliteit):
- Zijn enig duurzaam tehuis niet in België had op 31 december 2008[1]
- En die op 31 december 2011:
- Zijn enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek had en er daarna ook blijft wonen
- De uitoefening van zijn werkzaamheid in loondienst in de Belgische grensstreek voortzet
- In de uitoefening van deze werkzaamheid niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar de Belgische grensstreek verlaat"[2]
- Door de tekst van de 3de fase zo te formuleren, hebben de verdragsluitende staten willen voorkomen dat er "nieuwe" grensarbeiders zouden worden gecreëerd bij het verstrijken van de tweede overgangsperiode en hebben zij de laatste mogelijkheid om de regeling te verlengen, willen beperken tot de grensarbeiders die ze reeds tijdens de tweede overgangsfase genoten
Behoud van het enig duurzaam tehuis in de Franse grensstreek
Deze voorwaarde vraagt geen verdere commentaar.
Voortgezette uitoefening van de werkzaamheid in loondienst in de Belgische grensstreek[3]
Dat betekent dat de bezoldigde werknemer zich fysiek in de grensstreek moet bevinden om zijn werkzaamheid in loondienst ononderbroken uit te voeren.
In principe vormt een afwezigheid in de grensstreek of een onderbreking van de werkzaamheid in loondienst binnen de grensstreek (sabbatjaar, uitvoering gedurende één jaar van de werkzaamheid buiten de Belgische grensstreek, …) een niet-naleving van de verplichting om de uitoefening van de werkzaamheid in loondienst voort te zetten en leidt ze tot het definitieve verlies van de regeling.
Het avenant zwakt dit principe echter af door te oordelen dat sommige afwezigheden of onderbrekingen van de werkzaamheid in loondienst in de Belgische grensstreek het doorlopend karakter van de uitoefening van de activiteit niet in gevaar brengen.
Het gaat o.a. om de afwezigheden te wijten aan[4]:
- Ziekte
- Ongeval
- Betaald educatief verlof
- Vakantie
- Werkloosheid[5]
- Geval van overmacht buiten de wil van de werkgever en de werknemer[6]
Een verandering van werkgever zal evenmin leiden tot het verlies van het voordeel van de grensarbeidersregeling voor zover de bezoldigde werkzaamheid zonder onderbreking verder wordt uitgeoefend in de Belgische grensstreek.
Verlaten van de grensstreek
Tot slot zal de werknemer elk jaar de limiet van 30 dagen die is toegestaan voor het verlaten van de grensstreek moeten naleven.
In het kader van de strijd tegen het coronavirus heeft België met zijn buurlanden overeenkomsten gesloten over thuiswerken.
De overeenkomst met Frankrijk die van toepassing was tot en met 30 juni 2022 bepaalt in het bijzonder dat de dagen waarop een grensarbeider thuis werkt, niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van het aantal dagen waarop de grenszone mag verlaten worden. In die zin blijft de grensarbeider dus gewoon belastbaar in Frankrijk.
Niet-naleving van één van de voorwaarden: definitief verlies van de regeling
De verplichting om de basisvoorwaarden ononderbroken na te leven heeft tot gevolg dat wanneer één ervan tijdens een bepaald jaar niet wordt nageleefd, het genot van de regeling niet alleen verloren gaat voor het jaar in kwestie, maar voor eens en voor altijd.
Afzwakking: tijdelijk verlies van het stelsel
Het avenant voorziet niettemin in een uitzondering op het definitieve verlies van de regeling[7]. Het gaat om de situatie waarin het genot van de regeling verloren gaat wegens de eerste overschrijding van de 30 dagen waarop de grensstreek mag worden verlaten in het kader van de werkzaamheid in loondienst.
Op voorwaarde dat de andere basisvoorwaarden worden nageleefd, gaat het genot van de regeling enkel verloren voor het beschouwde jaar en kan ze het daaropvolgende jaar opnieuw worden verworven.
De tekst preciseert dat deze "tweede" kans slechts één maal in de volledige 3de overgangsperiode wordt gegeven. Met andere woorden, een tweede overschrijding van het aantal toegestane dagen tijdens één van de volgende jaren zal ditmaal leiden tot het definitieve verlies van het grensarbeidersstatuut.
[1] Diegenen die op 31 december 2008 hun duurzaam tehuis wel in België hadden zijn al sinds 1 januari 2009 van de regeling uitgesloten.
[2] Art. 2 §5 van het avenant.
[3] De grensarbeider die zijn baan verloren had op 31 december 2011, maar die drie maanden activiteit kon aantonen in de Belgische grensstreek in 2011, kan de grensarbeidersregeling blijven genieten.
[4] Art. 2 §5, 3de lid van het avenant.
[5] Het is in dit verband niet vereist dat er een recht is op werkloosheidsuitkeringen om als werkloze beschouwd te worden.
[6] Telewerken in het kader van de Covid-19-maatregelen werd vanaf 14 maart 2020 tot en met 30 juni 2022 als een geval van overmacht.
[7] Art. 2 §5, 2de lid van het avenant.