Om het alternerend leren te bevorderen, heeft de regering een globale verbintenis voor de werkgevers ingevoerd om werkplekleerplaatsen voor jongeren ter beschikking te stellen.
Het begrip ‘werkplekleerplaats’ is een generiek begrip dat verschillende types stages omvat.
Alle werkgevers uit de privésector verbinden zich ertoe elk jaar een aantal werkplekleerplaatsen ter beschikking stellen naar rato van 1% van hun totale personeelsbestand.
De verbintenis om werkplekleerplaatsen ter beschikking te stellen, komt bovenop de bestaande verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen, de zogenaamde startbaanverplichting. De werkgevers moeten dus enerzijds werkplekleerplaatsen creëren en anderzijds jongeren met een startbaanovereenkomst aanwerven ten belope van 3% van hun personeelsbestand.