De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een punt van eer van om hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.
De ondertekenende werknemersorganisaties hebben zich ertoe verbonden om hun aangesloten organisaties aan te bevelen om:
- Zich onderling akkoord te stellen (en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het bevoegd paritair comité) voor het aanwijzen of het verkiezen van een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging in de ondernemingen, rekening houdend met het ledenaantal van elke organisatie en haar aantal aangeslotenen.
De verdeling van de mandaten tussen de verschillende werknemersorganisaties is dus in praktijk vooral een zaak van de betrokken organisaties. - Ervoor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden of de voorgedragen kandidaten zouden gekozen worden op basis van het gezag waarover zij in de uitoefening van hun functies moeten beschikken, evenals op basis van hun bekwaamheid.