De fiscale administratie moet de fiscale wet toepassen op de wijze die in de beslissing is aangegeven, uiteraard mits de geplande verrichting wordt afgewikkeld onder de in de aanvraag beschreven omstandigheden. Dit heeft tot gevolg dat geen enkele andere persoon of instantie, bijvoorbeeld de RSZ, door de ruling gebonden is[1].
De ruling heeft bovendien slechts een individuele draagwijdte. Dit houdt in dat de beslissing slechts betrekking heeft op de in de aanvraag beschreven verrichting of situatie.
[1] Artikel 111 van de wet van 20 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 29 juli 2005, 3de editie.