Afbakening van het concept in het sociaal recht
In de sociale wetgeving en reglementering vindt men het fiscale begrip voordeel van alle aard niet als zodanig terug. Het sociaal recht kent daarentegen wel het concept van de bezoldiging die in een andere vorm dan in geld toegekend wordt.
Zo vindt men de tegenhanger van het voordeel van alle aard terug in de reglementering over de bezoldigingen. Vanuit sociaal oogpunt omvatten de bezoldigingen immers, naast het loon in geld, de fooien of het bedieningsgeld, ook de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever [1].
Het begrip voordeel toegekend ingevolge de dienstbetrekking omvat:
- Enerzijds de voordelen die de strikte compensatie vormen voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid in het kader van een verbintenis (het gaat om een arbeidsovereenkomst of een ander type van professionele relatie)
- Anderzijds de voordelen die niet rechtstreeks (strikt) een compensatie vormen. Met andere woorden, het gaat om de voordelen toegekend krachtens de verbintenis
Element dat deel uitmaakt van het (gewaarborgd) gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI)
Voor het bepalen [2] van het (gewaarborgd) gemiddeld minimum maandinkomen moet men, naast het loon in geld, ook het loon in natura in acht nemen [3].
De betaling van een deel van het loon in natura moet aan de volgende wettelijke voorwaarden en grenzen beantwoorden [4]:
- Het moet gaan om een gebruikelijke en wenselijke praktijk wegens de aard van de betrokken bedrijfstak of het betrokken beroep
- Het gedeelte van de betaling in natura is vastgelegd in een geschrift dat overgemaakt wordt aan de werknemer bij zijn indienstneming
- Het mag een bepaald gedeelte van het totale brutoloon niet overschrijden dat schommelt in functie van de aard van het toegekende voordeel
- De voordelen die toegekend mogen worden zijn limitatief opgesomd [5]
- De werkgever mag geen winst nastreven naar aanleiding van de betaling van het voordeel in natura
- De werkgever mag niet opleggen dat die betaling in natura gebeurt
Problematiek van de waardering van de anders dan in geld toegekende voordelen
Hoewel het voordeel anders dan in geld toegekend wordt, moet het net zoals in het fiscaal recht steeds in geld waardeerbaar zijn. Het grootste probleem ligt net in de bepaling van de waarde, het juiste bedrag van dat voordeel. Dat is te wijten aan het onduidelijke en dubbelzinnige karakter van de criteria die hiervoor gebruikt worden.
Evaluatie in het sociaal recht
Voor de naleving van het minimumloon wordt rekening gehouden met de werkelijke waarde van de voordelen in natura en niet met de contractueel vastgelegde waarde door de partijen noch met de aangegeven waarde aan de fiscus of de RSZ.
Evaluatie op het vlak van de sociale zekerheid
Om de berekeningsgrondslag van de sociale bijdragen te bepalen, voorziet de RSZ in de vorm van driemaandelijkse instructies aan de werkgevers in een ramingsmethode voor de voordelen in natura.
In principe raadt de RSZ aan om de waarde van de voordelen in natura zo correct als mogelijk te schatten tegen hun courante waarde.
Voor sommige types van voordelen gelden er echter nauwkeuriger instructies. Dat is onder meer het geval met bepaalde voordelen waarvan de waarde forfaitair is vastgelegd:
- Het verstrekken van kosteloze huisvesting (raming per dag)
- Het verstrekken van de verschillende dagelijkse maaltijden (raming per dag)
- De terbeschikkingstelling van een PC, een internetaansluiting en een abonnement op het internet voor privégebruik (jaarlijks forfait)
[1] Art. 2, lid 1, 3° van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
[2] In België is de vaststelling van het minimumloon een voorrecht dat historisch gezien toekomt aan de sociale partners.
[3] Art. 5, lid 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen en haar wijzigingen.
[4] Art. 6 §§ 1 en 2 van de wet van 12 april 1965, o.c.
[5] Het gaat om huisvesting, gas, elektriciteit, water, verwarming en brandstof, het genot van een grond, voedsel gebruikt op de plaats van tewerkstelling, gereedschap, dienst- of werkkleding, het voor de arbeid nodige materieel en materieel dat ten laste van de werknemer is.Sterke drank en producten die schadelijk zijn voor de gezondheid van de werknemer en zijn gezin zijn uitgesloten van de voordelen die men mag toekennen.