De werkgever die zijn verplichting niet nakomt, dient een compensatoire vergoeding van 75 euro te betalen, te vermenigvuldigen met:
- Het aantal dagen gedurende dewelke het verplichte aantal jongeren niet tewerkgesteld werd en/of gedurende dewelke de indienstneming van jongeren door ontslag van personeel gecompenseerd werd, uitgedrukt in kalenderdagen, dus met inbegrip van zon- en feestdagen
- En het aantal niet-tewerkgestelde jongeren en/of het aantal werknemers dat ter compensatie van de indienstneming van jongeren ontslagen werd, uitgedrukt in voltijdse equivalenten
Elke vertraging in de betaling geeft aanleiding tot een verwijlintrest van 1% per maand.
Deze vergoeding wordt gestort aan de RSZ – Globaal Beheer. De opbrengst ervan wordt gebruikt voor het creëren van arbeidsplaatsen voor jongeren.
Opmerking: Deze vergoeding wordt opgelegd onder dezelfde voorwaarden en mits naleving van dezelfde regels inzake verjaring, invordering, verzachtende omstandigheden, uitstel en beroepsmogelijkheden als voorzien in het Sociaal Strafwetboek. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen we u naar onze informatie over de sancties.