Definitie
De SBO type 2 is een combinatie van een minstens halftijdse[1] arbeidsovereenkomst en een door de jongere gevolgde opleiding vanaf de dag waarop de uitvoering van de arbeidsovereenkomst begint.
Hiermee bedoelt men alle soorten of vormen van onderwijs, cursussen of opleidingen die door de bevoegde regionale of communautaire overheden georganiseerd, gesubsidieerd of erkend worden, evenals de sectorale opleidingen die krachtens een beslissing van het bevoegd paritair comité georganiseerd worden. De opleiding moet minstens een gemiddelde van 240 uur per jaar bedragen.
De arbeidsovereenkomst en de opleiding hoeven niet noodzakelijk gelijktijdig te gebeuren[2]. De arbeidsovereenkomst kan dus ofwel deeltijds (minstens halftijds) ofwel voltijds worden gesloten.
Voor de gevolgde opleiding kan de jongere geen betaald educatief verlof genieten.
Vermeldingen in de arbeidsovereenkomst
Naast de gewone bepalingen van de arbeidsovereenkomst moet deze overeenkomst nog een aantal verplichte vermeldingen bevatten:
- De benaming, de inhoud of het doel van de cursussen of de opleiding
- De totale duur van de cursussen of de opleiding
- De begindatum en de normaal voorziene einddatum van de cursussen of de opleiding
- Wanneer de cursussen of de opleiding langer dan een jaar duren, te rekenen vanaf de begindatum van de startbaanovereenkomst: het aantal cursus- of opleidingsuren op jaarbasis
- Het uurrooster van de cursussen of de opleiding met gedetailleerde vermelding van de tijdstippen waarop de jongere deze cursussen of deze opleiding moet volgen
- De benaming van de onderwijs- of vormingsinstelling of, indien het een bedrijfs- of beroepsopleiding betreft, de benaming van de bevoegde toezichthoudende overheidsdienst
Duur
De arbeidsovereenkomst wordt als een startbaanovereenkomst beschouwd als ze als dusdanig aangegeven wordt bij de RSZ via de DmfA en dit uiterlijk tot de laatste dag van het kwartaal waarin de jongere de leeftijd van 26 jaar bereikt.
Behalve wanneer het een overeenkomst voor bepaalde duur betreft, kan de SBO type 2 in gemeenschappelijk akkoord verlengd worden wanneer de jongere niet slaagt voor zijn opleiding, zodat hij de reeds aangevangen volledige opleidingscyclus met vrucht zou kunnen beëindigen. Elke verlenging moet schriftelijk bepaald worden in een bijlage die bij de startbaanovereenkomst gevoegd wordt en de begin- en einddatum van de verlengingsperiode vermeldt.
Bewijzen van inschrijving en nauwgezetheid
De werkgever die een startbaanovereenkomst type 2 aangaat, moet in het bezit zijn van een bewijs dat de jongere effectief ingeschreven is voor de cursussen of de opleiding of dat hij effectief een bedrijfs- of beroepsopleiding zal volgen.
Dit bewijs kan een getuigschrift van regelmatige inschrijving zijn dat door de verantwoordelijke van de onderwijs- of vormingsinstelling uitgereikt werd, of een overeenkomst voor de bedrijfs- of beroepsopleiding beoogd door de bevoegde toezichthoudende overheidsdienst.
Op het einde van elk kwartaal moet de jongere een attest bezorgen aan zijn werkgever dat bewijst dat hij de cursus of de opleiding regelmatig volgt of dat hij zijn overeenkomst voor de bedrijfs- of beroepsopleiding regelmatig uitvoert. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de verantwoordelijke van de onderwijs- of vormingsinstelling of door de bevoegde overheidsdienst die de bedrijfs- of beroepsopleiding controleert (bijvoorbeeld VDAB, FOREM, Actiris).
Deze bewijsstukken moeten gedurende 5 jaar bewaard worden en naar de RSZ verstuurd kunnen worden wanneer zij daarom verzoekt.
Einde van de SBO
De SBO type 2 neemt een einde:
- Wanneer de arbeidsovereenkomst afloopt
- Wanneer de opleiding voortijdig stopgezet wordt. In dat geval wordt de SBO type 2 automatisch een SBO type 1 vanaf het kwartaal volgend op het einde van de cursussen of de opleiding
- Wanneer uit het getuigschrift blijkt dat de jongere de cursussen of de opleiding niet regelmatig bijwoont of zijn overeenkomst voor de bedrijfs- of beroepsopleiding niet regelmatig uitvoert[3]. Dat is het geval wanneer hij in de loop van een kwartaal ongewettigd[4] afwezig blijft gedurende meer dan 20% van het verplicht aantal cursusuren. In dat geval wordt de SBO type 2 automatisch een SBO type 1 vanaf het kwartaal dat volgt op de ongewettigde aanwezigheid.
[1] De minstens halftijdse tewerkstelling met een SBO type 2 kan op jaarbasis bepaald worden zonder dat de gemiddelde jaarlijkse conventionele arbeidsduur voor een voltijdse tewerkstelling verminderd met de gemiddelde jaarlijkse duur van de opleiding overschreden mag worden. Wanneer de duur van de startbaanovereenkomst geen 12 maanden bedraagt, moet de gemiddelde jaarlijkse conventionele arbeidsduur voor een voltijdse tewerkstelling proportioneel verminderd worden. Voor de toepassing van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt de tijd besteed aan de opleiding als arbeidstijd beschouwd.
[2] Dat houdt bijvoorbeeld in dat een individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO, PFI of FPI) als startbaanovereenkomst beschouwd kan worden samen met de arbeidsovereenkomst die op deze opleiding moet volgen.
[3] De SBO neemt een einde op de laatste dag van het kwartaal volgend op dat waarin de jongere de cursus of de opleiding niet regelmatig heeft bijgewoond of wanneer hij zijn contract of zijn overeenkomst voor de opleiding in de onderneming of zijn beroepsopleiding niet regelmatig heeft uitgevoerd.
[4] Alle afwezigheden buiten de periodes van moederschapsverlof, van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, klein verlet, verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, militaire afwezigheden, afwezigheden veroorzaakt door vrijheidsberovende maatregelen met een preventief karakter, de inhaalrust volgend op overuren die in bepaalde gevallen werden verricht, worden als ongewettigd beschouwd.