De wetgeving voorziet immers twee mogelijkheden waarbij elke werkgever zich moet aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB).
Niet alle bekwaamheden zijn intern beschikbaar
Elke werkgever heeft de verplichting een “interne preventieadviseur” aan te duiden van zodra hij één persoon te werk stelt. Deze persoon leidt de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) binnen uw bedrijf. Deze dienst staat in voor een aantal opdrachten die worden opgelegd door de wetgeving betreffende het welzijn op het werk.
Als de interne dienst niet alle opdrachten kan uitvoeren, met andere woorden als het niet beschikt over specialisten in de vijf disciplines, is de werknemer verplicht zich aan te sluiten bij een externe dienst. Deze vijf disciplines zijn :
- Veiligheid
- Gezondheid
- Ergonomie
- Industriële hygiëne
- Psychosociale aspecten
Geen arbeidsarts in dienst
Indien er binnen het bedrijf geen departement bestaat belast met het gezondheidstoezicht moet de werkgever aansluiten bij een externe dienst.
Anders gezegd, indien er geen arbeidsgeneesheer is in het bedrijf, behorend tot het personeel.
Verplichting om bepaalde taken aan EDPB toe te vertrouwen
De wetgeving bepaalt dat sommige bedrijven bepaalde taken moeten toevertrouwen aan een externe dienst.
Bedrijven van groep C- en D
Deze bedrijven moeten bepaalde taken aan de externe dienst toevertrouwen.
Voorbeeld: het onderzoek van arbeidsongevallen die een werkonbekwaamheid van 4 dagen of meer als gevolg hebben.
Bedrijven met minden dan 50 werknemers
Elke werkgever moet beschikken over een preventieadviseur psychosociale aspecten. De wetgeving inzake psychosociale risico's vereist dat de werkgever een preventieadviseur aanstelt die gespecialiseerd is in de psychosociale aspecten op het werk. De werkgevers die minder dan 50 werknemers tewerkstellen, moeten een beroep doen op een preventieadviseur psychosociale aspecten van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.