Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Aangifteformulier in de personenbelasting voor 2024 gepubliceerd

Het model van het aangifteformulier in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023) werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. We hebben de belangrijkste veranderingen voor je samengevat. Je werknemers zullen hun belastingaangifte met kennis van zaken kunnen invullen en geen voordelen mislopen.

Tax-on-Web is nog niet beschikbaar voor de aangiften in de personenbelasting aanslagjaar 2024. Zodra dit wel het geval is, ontvang je hierover in principe een bericht in je e-box.

Houd er rekening mee dat je je “token” niet meer kunt gebruiken om in te loggen op Tax-on-web. Je kunt wel inloggen met “Itsme” of je elektronische identiteitskaart.

Fietsvergoeding verhoogd

In 2023 (inkomstenjaar) was de fietsvergoeding voor werknemers en bedrijfsleiders alleen fiscaal en sociaal vrijgesteld als ze niet hoger was dan 0,27 euro per kilometer die daadwerkelijk met de fiets werd afgelegd in woon-werkverkeer.

Sinds 1 januari 2024 is dit bedrag gestegen naar 0,35 euro per kilometer.

Bovendien kan je voor vorig jaar de vrijstelling van de fietsvergoeding nog combineren met de aftrek van werkelijke kosten. Maak hier optimaal gebruik van, want vanaf 2024 (aanslagjaar 2025) is dit niet meer mogelijk!

Om misbruik te voorkomen is de fietsvergoeding voortaan alleen nog vrijgesteld als de werknemer op zijn belastingaangifte kiest voor de forfaitaire aftrek voor beroepskosten.

Voor werknemers of bedrijfsleiders die beslissen om hun werkelijke kosten te verantwoorden, is de fietsvergoeding voortaan belastbaar als beroepsinkomsten.

Lees meer in ons nieuwsartikel van 24 oktober 2023

Maximumbedrag van nettobestaansmiddelen van kinderen ten laste verhoogd

Het maximumbedrag van de inkomsten dat een kind mag verdienen terwijl het fiscaal ten laste blijft van de ouders is verhoogd voor 2023 en 2024.

Bovendien is deze bovengrens nu dezelfde voor alle kinderen, ongeacht de burgerlijke staat van de ouder van wie ze ten laste (alleenstaand, gehuwd of wettelijk samenwonend).

De bovengrens van de nettobestaansmiddelen werd zo verhoogd naar 7 010 euro voor 2023 (aanslagjaar 2024) en 7 290 euro voor 2024 (aanslagjaar 2025).

Deze maatregel is het gevolg van de verhoging van de jaarlijkse bovengrens voor uren studentenarbeid van 475 naar 600 uren voor 2023 en 2024.

Lees meer: 'Het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen voor kinderen ten laste wordt verhoogd voor 2023 en 2024'

De toekenningstermijn van de koopkrachtpremie is verlengd tot 31 maart 2024

Heb je je werknemers in 2023 een koopkrachtpremie toegekend in de vorm van consumptiecheques? Onder bepaalde voorwaarden is de koopkrachtpremie vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing en socialezekerheidsbijdragen. Op deze premie is enkel een werkgeversbijdrage van 16,5% verschuldigd.

Als je bedrijf in 2022 “hoge winst” of “uitzonderlijk hoge winst” heeft behaald, kan je je werknemers een koopkrachtpremie toekennen.

Aanvankelijk moest deze premie uiterlijk tegen 31 maart 2023 worden toegekend. De regering heeft echter besloten om deze termijn bij koninklijk besluit te verlengen tot 31 maart 2024.

Dit koninklijk besluit gaat echter alleen over de RSZ-gunstregeling voor de koopkrachtpremie.

Een wetsontwerp bepaalt dat koopkrachtpremies die worden toegekend na 31 december 2023 voortaan ook kunnen worden vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing op voorwaarde dat:

  • De toekenning van de koopkrachtpremie is opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst die uiterlijk op 31 december 2023 is afgesloten
  • En de koopkrachtpremie wordt uitgegeven in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2024.

Het aangifteformulier voor het aanslagjaar 2024 bevat een nieuwe subrubriek 12 om de “Voor vrijstelling in aanmerking komende koopkrachtpremie” die in 2023 werd toegekend, te vermelden.

Deze premie is bovendien beperkt tot 750 euro per werknemer. Als een werknemer koopkrachtpremies heeft ontvangen die zijn verspreid over twee belastbare tijdperken (2023 en 2024), geldt het maximumbedrag van 750 euro voor beide belastbare tijdperken samen.

Deze maatregel is nog niet officieel. We houden je op de hoogte van de verdere evolutie.

Lees meer in ons nieuwsartikel van 22 februari 2024

280 overuren met overloon voor wegenwerken en spoorwegwerken

Het maximumaantal fiscaalgunstige overuren wordt binnenkort verhoogd naar 280 uren voor werknemers en werkgevers die wegenwerken en spoorwegwerken verrichten. De werkgevers zijn echter verplicht om een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem te gebruiken.

Onder bepaalde voorwaarden geeft een bepaald aantal overuren met overloon zowel de werkgever als de werknemer recht op een voordelige belastingregeling.

  • Voor jou als werkgever bestaat deze gunstige regeling uit een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op het loon voor die overuren die door bepaalde categorieën werknemers zijn gepresteerd.
  • Je werknemer kan rekenen op een vermindering van de bedrijfsvoorheffing op dit loon. 

Het maximumaantal voordelige overuren is vastgesteld op 130 per jaar en per werknemer (algemeen contingent).

Deze bovengrens werd echter tijdelijk verhoogd naar 180 overuren in 2019 en 2020, en daarna opnieuw vanaf 1 juli 2021 voor alle sectoren. Het sociaal akkoord 2023-2024 voorziet ook in een verlenging van deze verhoging tot en met 30 juni 2025

In de bouwsector was de bovengrens al verhoogd naar 180 uren, op voorwaarde dat de werf daadwerkelijk een aanwezigheidsregistratiesysteem gebruikt. Aan deze voorwaarde hoeft echter niet te worden voldaan in periodes waarin het algemene contingent tijdelijk wordt verhoogd naar 180 uren.

Ten slotte is de bovengrens in de horeca 360 overuren.

Deze maatregel is nog niet officieel. Wij houden je op de hoogte zodra hij in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd.

Lees meer over deze maatregel ons nieuwsartikel van 10 april 2024

Herinvoering relance-uren vanaf 1 juli 2023

De relance-uren zijn opnieuw ingevoerd voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025.

Van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025 mogen werknemers per kalenderjaar 120 extra vrijwillige overuren doen, de zogenaamde “relance-uren”. Deze relance-uren komen bovenop het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren, dat ook in alle sectoren geldt. 

De regering heeft tijdens de pandemie van het coronavirus een regeling ingevoerd die in meerdere essentiële sectoren 120 extra overuren per jaar toestond onder fiscaalgunstige voorwaarden. Deze overuren staan bekend als “relance-uren”.

In het interprofessioneel akkoord 2021-2022 was de maatregel al uitgebreid naar alle sectoren voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2022. De relance-uren waren dus niet meer van toepassing vanaf 1 januari 2023. Vorig jaar werd deze maatregel opnieuw ingevoerd in alle sectoren voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025.

Concreet betekent dit dat er geen overloon of inhaalrust verschuldigd is voor relance-uren. Bovendien zijn die overuren zowel vrijgesteld van sociale bijdragen, van bedrijfsvoorheffing als van personenbelasting. Met andere woorden, het brutoloon voor deze uren is hetzelfde als het nettoloon.

In het aangifteformulier voor het aanslagjaar 2024 kunnen overuren worden aangegeven in vak IV, rubriek A, subrubriek 11, a). Bedrijfsleiders krijgen hetzelfde voordeel. Zij moeten hun vrijwillige overuren aangeven in vak XVI, rubriek 6, a).

De ongebruikte vrijstelling voor overuren die in 2021 en/of 2022 zijn gepresteerd en pas in 2023 zijn uitbetaald, kan nog steeds worden gevraagd in de oude rubrieken 11.b en c van vak IV (6.b en c van vak XVI voor bedrijfsleiders).

Er kan echter geen aanspraak meer worden gemaakt op de vrijstelling voor overuren die in 2020 zijn gepresteerd, zelfs als deze uren in 2023 zijn uitbetaald.

Lees meer over de relance-uren in ons nieuwsartikel van 29 juni 2023

Auteursrecht minder voordelig

Onder voorbehoud van bepaalde voorwaarden  wordt op de inkomsten uit de vergoeding voor de overdracht of het in licentie geven van auteursrechten of naburige rechten een voordelige belastingregeling toegepast.

Als die inkomsten een bepaalde bovengrens niet overschrijden, worden ze belast als roerende inkomsten. Ze zijn dan niet onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing maar aan de roerende voorheffing, tegen een voordelig tarief van 15%, na aftrek van de werkelijke en forfaitaire kosten.

In 2023 werd de auteursrechtenregeling grondig hervormd. De minister van Financiën wilde het toepassingsgebied en de bovengrens voor auteursrechten beperken, om misbruik tegen te gaan.

Voortaan komen alleen houders van een kunstwerkattest nog in aanmerking voor de voorkeursregeling voor roerende inkomsten.

Hoewel geen enkele sector expliciet wordt uitgesloten van de auteursrechtregeling werd het toepassingsgebied ervan wel sterk beperkt. De regeling verdwijnt hierdoor voor een groot aantal beroepen. Voor die beroepen geldt evenwel een overgangsperiode van een jaar vanaf 1 januari 2023, vóór de hervorming volledig van kracht wordt.

Het aangifteformulier houdt rekening met het nieuwe belastingstelsel voor auteursrechten vanaf 1 januari 2023. Inkomsten die onder de nieuwe regeling vallen, kunnen worden aangegeven in vak VII, rubriek D, subrubriek 1. Inkomsten die in aanmerking komen voor de overgangsregeling moeten worden aangegeven in subrubriek 2.

Lees meer: 'Hervorming van het auteursrecht: de wet werd gepubliceerd'

Securex helpt je

Op de website van de FOD Financiën vind je het voorbereidend document voor de aangifte in de personenbelasting.

De uiterste data voor het indienen van de aangiften voor het aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023) zijn nog niet bekend. We brengen je op de hoogte via Lex4You zodra ze bekendgemaakt zijn.

Bron