Update 10 november 2022: deze wet werd op 10 november in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Platformwerker: werknemer of zelfstandige?
Discussies over het statuut van platformwerkers zijn niet nieuw. Moeten die werkers als zelfstandigen of als werknemers beschouwd worden? Zowel in België als in het buitenland hebben rechtbanken die vraag al proberen te beantwoorden.
Uit alle uitspraken blijkt één ding: het antwoord op die vraag is niet zo eenvoudig.
Daarom wordt in de wet op de arbeidsdeal een kader gecreëerd waarmee kan worden nagegaan wat het statuut van een platformwerker is. Aan de hand van acht criteria kan de arbeidsrelatie tussen een platform en zijn medewerkers bepaald worden.
Het gaat om deze criteria:
- Het platform kan beslissen dat platformwerkers niet voor andere diensten mogen werken
- Het platform kan geolocatie gebruiken voor andere doeleinden dan de goede werking van de basisdiensten
- Het platform kan de vrijheid van de platformwerker beperken bij het uitvoeren van het werk
- Het platform kan de inkomsten van de platformwerker beperken.
- Het platform kan eisen stellen over voorkomen en gedrag tijdens het werk
- Het platform kan een taak toewijzen en/of het aangeboden bedrag bepalen op basis van info die verzameld is met elektronische middelen
- Het platform kan onder andere via sancties de vrijheid van werkorganisatie inperken
- Het platform kan de mogelijkheid voor de platformwerker inperken om buiten het platform een klantenbestand op te bouwen of om werken voor een derde uit te voeren
Wanneer drie van de acht criteria vervuld zijn, of twee van de laatste vijf, wordt vermoed dat de platformwerker een werknemer is. Dit vermoeden kan door de platformuitbater weerlegd worden met alle rechtsmiddelen, waaronder de algemene criteria uit de Arbeidsrelatiewet. Het is dus geen onweerlegbaar vermoeden.
De platformuitbater kan bijvoorbeeld aangeven dat de platformwerker wél de vrijheid heeft om de eigen werkdag in te vullen. Zo kan hij proberen aantonen dat één of meerdere criteria toch niet vervuld zijn.
Wanneer treden deze regels in werking?
De regels over het kader voor de arbeidsrelatie in de platformeconomie treden op 1 januari 2023 in werking.
Verzekering tegen lichamelijke schade voor zelfstandige medewerkers voor digitaal platform
Om platformwerkers die als zelfstandige beschouwd moeten worden, beter te beschermen, moet er voor hen een verzekering tegen lichamelijke schade afgesloten worden. Het platform moet daarvoor een verzekering van gemeen recht afsluiten. Die verzekering moet dan lichamelijke schadegevallen dekken.
Deze verzekering dekt ongevallen die voorkomen:
- Tijdens de uitvoering van betalende opdrachten voor een digitaal platform
- Of op weg naar en van deze activiteiten
Werknemers van een digitaal platform zijn automatisch verzekerd tegen arbeidsongevallen. Voor hen zijn platformen verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten.
Wat als de platformexploitant deze verzekering niet afsluit?
Sluit het platform geen verzekering voor lichamelijke schade af, dan wordt het burgerlijk aansprakelijk gesteld voor de lichamelijke schade aan de zelfstandigen.
Als platformexploitant kan je bovendien een sanctie van niveau 2 oplopen.
Wat bij betwistingen tussen het platform en de zelfstandige over deze overeenkomst?
Als er een geschil ontstaat over de verzekering voor lichamelijke schade, moet dat aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd. In de wet wordt immers vastgelegd dat arbeidsrechtbanken ook bevoegd worden voor geschillen over dit type overeenkomsten.
Welke garantie moet die verzekering bieden?
Dat is momenteel nog niet duidelijk. De wet bepaalt immers dat bepaalde voorwaarden waaraan die verzekering moet voldoen nog in een koninklijk besluit moeten worden vastgelegd. Het gaat onder andere om:
- De minimumgarantievoorwaarden in de verzekeringsovereenkomst. Die moeten minstens gelijkaardig zijn aan de voorwaarden in de arbeidsongevallenwet
- Hoe de dekking van deze verzekeringsovereenkomst uitgebreid kan worden tot rechtsbijstand
- De inwerkingtredingsdatum van dit type verzekering
Het is dus ook nog niet duidelijk vanaf wanneer deze verzekering afgesloten moet worden. Die datum moet in het koninklijk besluit vastgelegd worden.
Bron