Waarom wordt gebruik gemaakt van discriminatietoetsen?
In de praktijk is het voor de inspectiediensten erg moeilijk om te bewijzen dat er sprake is van discriminatie. Daarvoor moet bij de pleger van de inbreuk een misdadig opzet worden bewezen.
Het Sociaal Strafwetboek voorziet dus in een uitzondering op de verplichting van de sociaal inspecteurs om hun legitimatiebewijs te tonen en hun hoedanigheid mee te delen.
Een sociaal inspecteur kan zich bijvoorbeeld bij uw bedrijf aanmelden als sollicitant voor een vacature. Hij maakt dan zijn echte identiteit noch zijn controleopdracht bekend. Zo kan hij nagaan of u discriminerende praktijken hanteert in uw aanwervingsbeleid.
Bijzondere bevoegdheden van sociaal inspecteurs op het vlak van discriminatie: de nieuwe voorwaarden
Om de nodige waarborgen voor de naleving van de fundamentele principes in te bouwen moet aan een aantal cumulatieve voorwaarden zijn voldaan voordat gebruik kan worden gemaakt van discriminatietoetsen.
Er is vandaag een wet gepubliceerd om een aantal van de resterende belemmeringen weg te nemen die de discriminatietoetsen in de praktijk minder doeltreffend maakten. De wet zal op 8 mei in werking treden.
Antidiscriminatiewetten
Sociaal inspecteurs mogen alleen van deze bevoegdheid gebruik maken met het oog op het toezicht op de naleving van de antidiscriminatiewetgeving (en op de uitvoeringsbesluiten ervan) op het gebied van het arbeidsrecht.
Op dat vlak verandert er dus niets.
Objectieve aanwijzingen van discriminatie
Momenteel mogen inspecteurs zich bij het benaderen van een onderneming slechts als een potentiële klant of werknemer voordoen bij objectieve aanwijzingen van discriminatie, ondersteund door resultaten van datamining en datamatching.
- ‘Datamining’ is gericht zoeken naar verbanden in gegevensverzamelingen met als doel profielen op te stellen voor meer diepgaand onderzoek
- ‘Datamatching’ is, zoals de benaming aangeeft, het vergelijken van twee sets van verzamelde data met elkaar
Er is echter gebleken dat het niet werkbaar is dat elk optreden van een sociaal inspecteur naar aanleiding van een onderbouwde klacht of melding nog eens ondersteund moet worden met datamining en datamatching.
De gegevens voor datamining en datamatching zijn erg verspreid. Het systeem zit nog in embryonale fase. Bovendien is datamining op federaal niveau beperkt omdat er geen overheidsdata bestaan over de precontractuele fase. Ten slotte gaat het om uiterst gevoelige persoonsgegevens, met name herkomst en gender.
Om deze redenen is het niet langer verplicht om aanwijzingen van discriminatie te ondersteunen door datatiming of datamatching.
Strafbare feiten: enkel bij absolute noodzakelijkheid en na voorafgaand akkoord
De inspecteurs mogen in het kader van hun onderzoek over discriminerende praktijken geen strafbare feiten plegen. Momenteel blijven sociaal inspecteurs die in het kader van hun opdracht of ter verzekering van hun eigen veiligheid strafbare feiten plegen echter vrijgesteld van straf:
- Als het gaat om strikt noodzakelijke strafbare feiten
- Mits ze het uitdrukkelijk en voorafgaand akkoord van de arbeidsauditeur of de procureur des Konings hebben verkregen
- Als de strafbare feiten niet ernstiger zijn dan die waarvoor de inspecteur gebruik maakt van discriminatietoetsen
- En evenredig zijn met het nagestreefde doel
Het gaat bijvoorbeeld om het gebruik van een valse naam, valse diploma's of zelfs het opnemen van telefoongesprekken.
De voorwaarde dat de feiten “niet ernstiger mogen zijn dan die waarvoor de inspecteur gebruik maakt van discriminatietoetsen” wordt niet langer vermeld. Ze werd immers juridisch onnodig geacht. Inspecteurs die strafbare feiten plegen, worden niet langer geacht een inbreuk te hebben gepleegd en worden niet strafrechtelijk vervolgd.
Daden van provocatie, waarbij de sociaal inspecteur discriminerend gedrag uitlokt, zijn altijd verboden. Discriminatietoetsen zijn bovendien enkel mogelijk indien deze vaststellingen door de sociaal inspecteurs niet op een andere manier kunnen gebeuren.
Beroep op derden mogelijk vanaf 8 mei
Tot slot zal het Sociaal Strafwetboek worden aangevuld met de mogelijkheid om een beroep te doen op derden bij de toepassing van discriminatietoetsen.
Bij het nabootsen van courante praktijksituaties zullen andere, meer actieve testmethodes gebruikt worden waarvoor de inspectie een beroep moeten kunnen doen op derden (om cv’s te versturen, ...).
Wat doet Securex?
We volgen deze regelgeving op de voet. Raadpleeg voor meer informatie:
- Ons dossier over sociaal strafrecht. Het bevat een onderdeel over de bevoegdheden van de sociaal inspecteurs
- Onze informatie over werving en selectie
Hebt u vragen? Aarzel niet om uw Legal Advisor Securex te contacteren op het adres myHR@securex.be.
Bronnen
- Sociaal Strafwetboek (in het bijzonder artikel 42/1), zoals gewijzigd door de wet van 1 april 2022, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 april 2022
- Memorie van toelichting op de website van de Kamer (document 55K2447)