Huidige regelgeving
Tot op heden geldt een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing ten belope van 18 % van bezoldigingen voor werknemers die in ploegverband werken in onroerende staat verrichten op locatie, wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Het werk dient te worden verricht in één of meerdere ploegen van minstens 2 personen, zonder rekening te houden met studenten of leerlingen onder leercontract, die hetzelfde of complementair werk doen qua inhoud en omvang
- Het dient te gaan om werken in onroerende staat (zoals gedefinieerd voor BTW-doeleinden) die op locatie (op een werf) worden uitgevoerd
- Er dient een minimaal bruto uurloon van 14,61 EUR te worden betaald
- De vrijstelling geldt enkel voor bezoldigingen, niet voor premies, vakantiegeld, eindejaarspremie en achterstallige bezoldigingen
- De werknemers dienen minstens een derde van hun arbeidstijd in ploegen tewerkgesteld zijn
Voortaan enkel voor ondernemingen die voldoen aan RSZ-werfmelding
Het wetsontwerp stelt voorziet om aan deze voorwaarden nog een bijkomende voorwaarde toe te voegen.
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing zou voortaan enkel gelden voor ondernemingen die voldoen aan de meldingsplicht bij de RSZ van werven in onroerende staat, voor zover die ondernemingen onderworpen zijn aan deze meldingsplicht.
Op sociaalrechtelijk vlak is elke aannemer die werken in onroerende staat uitvoert immers verplicht voorafgaand aan de uitvoering van dergelijke werken aan de RSZ melding te maken van de identiteit van de opdrachtgever en van de onderaannemers, alsook van de begin- en einddatum, de aard en belangrijkheid van de uit te voeren werken.
Ondernemingen die niet onderworpen zijn aan deze RSZ-meldingsplicht, kunnen wel verder blijven genieten van de gunstmaatregel van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing onder dezelfde voorwaarden als voorheen. Het is immers enkel de bedoeling om ondernemingen die hun sociale verplichtingen niet naleven, van dit belastingvoordeel uit te sluiten.
Inwerkingtreding
Voormelde wijzigingen zijn in principe van toepassing vanaf 1 april 2022 op de bezoldigingen die vanaf die datum worden betaald of toegekend.
De wettekst dient echter nog te worden goedgekeurd door het parlement. Noch de wettekst zelf noch de datum van inwerkingtreding zijn definitief.
Bron