Dit heeft een rechtstreekse impact op de berekening van de werkloosheidsuitkeringen, op de bedrijfstoeslag en op het bedrag van de persoonlijke inhouding voor de sociale zekerheid.
U moet evenwel een onderscheid maken tussen de brugpensioenen die ingaan op 1 december 2022 en de brugpensioenen die voor deze datum zijn ingegaan.
De SWT die ingegaan zijn vóór 1 december 2022
Voor de werknemers die reeds voor deze datum in een SWT zaten, worden het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen en dat van de bedrijfstoeslag gewoon geïndexeerd met 2%.
De SWT die ingaan vanaf 1 december 2022
De nieuwe bedragen waarmee rekening moet gehouden worden, zijn de volgende:
Drempel van het brutoloon om het netto referteloon te bepalen
- 4.813,48 euro voor het SWT (vorig bedrag: 4.719,00)
- 2.406,74 euro voor het halftijds brugpensioen (vorig bedrag: 2.359,50)
Deze drempels zijn enkel van toepassing als er in uw sector geen andere drempels worden toegepast.
Drempel van het brutoloon om de werkloosheidsuitkering te berekenen
- 2.684,68 euro per maand en 103,2569 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 2.631,99 en 101,2303)
Maximum bedrag van de maandelijkse werkloosheidsuitkering
- 1.610,70 euro per maand en 61,95 euro per dag voor het SWT (vorige bedragen: 1.579,24 en 60,74)
- 805,48 euro per maand en 30,98 euro per dag voor het halftijds brugpensioen (vorige bedragen: 789,62 en 30,37)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het SWT
- 1.730,36 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 1.696,40)
- 2.084,26 euro met gezinslast (vorig bedrag: 2.043,35)
Drempels voor de toepassing van de persoonlijke inhouding op het halftijds brugpensioen
- 865,18 euro zonder gezinslast (vorig bedrag: 848,20)
- 1.042,13 euro met gezinslast (vorig bedrag: 1.021,67)