Uitdrukkelijk verbod op aids-opsporingstests en genetische tests
Sinds 19 april 2003 legt een wet het principe vast dat de aanwerving of toegang tot bepaalde functies niet mogen afhangen van genetische gegevens en van het risico om in de toekomst minder productief te worden als gevolg van een ziekte [1].
In de mate dat de aids-opsporingstest en het prognostisch genetisch onderzoek alleen maar het feit weerspiegelen dat de persoon in kwestie in de toekomst een dergelijke ziekte kan krijgen en minder productief zou worden als gevolg van die ziekte behoren die test en dat onderzoek niet tot de categorie van toegelaten onderzoeken en zijn zij uitdrukkelijk verboden. Een koninklijk besluit kan dat verbod in de toekomst uitbreiden tot andere biologische tests of medische onderzoeken en zal ook in uitzonderingen op dat principe kunnen voorzien.
Toegelaten medische tests en onderzoeken
De enige biologische tests en/of medische onderzoeken die toegelaten zijn, zijn degene die zich ertoe beperken de huidige competenties van de sollicitant-werknemer met betrekking tot de specifieke kenmerken van het uit te voeren werk te beoordelen. Alleen de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer mag die tests uitvoeren.
Elke verklaring van medische ongeschiktheid moet schriftelijk gemotiveerd worden door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en bezorgd worden aan de behandelende geneesheer van de sollicitant.
Bovendien legt de wet de verplichting op om de sollicitant in te lichten over:
- Het type van informatie waarnaar men op zoek is, het onderzoek dat de sollicitant zal ondergaan en de redenen waarom dat onderzoek gedaan zal worden; de sollicitant moet daar tien dagen vóór het onderzoek over ingelicht worden via een aangetekende brief
- Aandoeningen die kunnen verergeren als gevolg van de voorgestelde betrekking of de uitgeoefende functie
Opgelet! Deze wet heeft geen betrekking op de medische onderzoeken die de arbeidsgeneesheer uitvoert in het kader van de wet op het welzijn op het werk, meer bepaald de gezondheidsonderzoeken die voorafgaan aan een veiligheids- of bewakingsfunctie of functies met risicoactiviteiten of activiteiten in verband met voedingsmiddelen.
Persoonlijkheids- en psycho-technische testen
Dit soort testen vereist meestal specifieke kennis om de resultaten te interpreteren. Ze kunnen dus enkel uitgevoerd worden onder toezicht van een psycholoog of, met instemming van de sollicitant, door een persoon die door een psycholoog opgeleid is voor dergelijke taken.
In geval van testen waarbij de analyse geïnformatiseerd en geautomatiseerd is, moet er rekening worden gehouden met artikel 12 van de Privacywet. Dit artikel stelt dat een beslissing die juridische gevolgen heeft voor een persoon of die een persoon in bijzonder grote mate treft, niet uitsluitend gebaseerd mag zijn op een geautomatiseerde gegevensverwerking. Er dient dus een procedure voorzien te worden die de sollicitant toelaat zijn standpunt te geven over de behaalde resultaten.
Sancties in geval van niet-naleving
De sollicitant-werknemer die van mening is dat zijn rechten niet geëerbiedigd werden, kan een rechtsvordering instellen bij de arbeidsrechtbank. Hij kan eventueel zijn vakbond met die taak belasten.
De werkgever of de geneesheer die deze bepalingen niet zou naleven, kan een strafrechtelijke sanctie oplopen. De geneesheer die een dergelijke overtreding begaat of er medeplichtig aan is, kan bovendien een tijdelijk of definitief verbod opgelegd krijgen om de geneeskunde te beoefenen.
[1] Wet van 28 januari 2003, Belgisch Staatsblad van 9 april 2003, 2de editie.