Voor welke bezoldigingen geldt de vrijstelling?
De vrijstelling is van toepassing op de bezoldiging van werknemers die tewerkgesteld zijn in een inrichting die schade heeft geleden door de natuurramp en waar één of meer activiteiten werden uitgeoefend op het ogenblik van de natuurramp.
Een wet van 12 mei 2024 geeft verduidelijking over op welke bezoldigingen deze vrijstelling van toepassing is. Het gaat om bezoldigingen voor de prestaties die werden geleverd in een periode van 40 maanden die start vanaf de maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden.
De bezoldigingen moeten bovendien ten laatste worden betaald of toegekend in de 47e maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden.
Bezoldigingen die vóór 1 augustus 2021 zijn betaald, komen niet in aanmerking.
Wat wordt verstaan onder bezoldiging?
Onder de term “bezoldiging” wordt verstaan de bezoldiging van werknemers zoals gedefinieerd in artikel 31, paragrafen 1 en 2 van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992. Het gaat onder meer om wedden, lonen, commissies, gratificaties, premies, vergoedingen en alle andere soortgelijke beloningen […] evenals voordelen van alle aard, die uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid op enige andere wijze worden verkregen dan als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever.
Dubbel vakantiegeld, eindejaarspremies en achterstallige bezoldigingen zijn dus uitgesloten, net als vergoedingen verkregen naar aanleiding van of ter gelegenheid van de stopzetting van het werk of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en vergoedingen verkregen als volledige of gedeeltelijke compensatie voor een tijdelijk loonverlies.