Geen automatische toepassing: uitvoerig beslissingsproces
De wet voorziet in een beslissingsproces waarbij, in grote lijnen, de volgende stappen worden gevolgd:
- Het getroffen gewest vraagt bij de minister van Financiën de toepassing van deze steunmaatregel aan.
- Als het antwoord positief is, wordt een samenwerkingsakkoord gesloten tussen het gewest en de minister van Financiën.
- De werkgever dient uiterlijk in de 30e maand na de natuurramp een aanvraag in bij de FOD Financiën.
- Het betrokken gewest bezorgt de FOD Financiën een attest waarin de verschillende kosten en de steunbedragen zijn opgesomd.
- De beslissing van de FOD Financiën om de vrijstelling al dan niet toe te passen, wordt uiterlijk in de 41e maand na de natuurramp genomen.
De toepassing van deze belastingvrijstelling vereist dus een omslachtige procedure, waarvoor het formulier dat de werkgever moet indienen nog niet beschikbaar is.
Dit aanvraagformulier moet nog bij koninklijk besluit worden vastgesteld. Bijgevolg kan de vrijstelling nog niet worden toegepast, zelfs niet voor werkgevers die getroffen werden door de overstromingen van 2021 in Wallonië.
Hieronder overlopen we deze vijf stappen in meer detail.
Verzoek van het gewest aan de minister van Financiën
Wanneer een gewest getroffen wordt door een natuurramp, die formeel als dusdanig erkend wordt door het gewest, kan het aan de minister van Financiën vragen om een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing toe te kennen aan bedrijven die getroffen worden door deze natuurramp.
Het betrokken gewest heeft 24 maanden de tijd vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de ramp zich heeft voorgedaan om zijn aanvraag in te dienen.
Samenwerkingsovereenkomst tussen het gewest en de minister van Financiën
Bij een positief antwoord van de minister van Financiën sluit die een samenwerkingsovereenkomst met het betrokken gewest. De natuurramp wordt dan opgenomen in een koninklijk besluit. Dat koninklijk besluit is nodig om het recht op de vrijstelling te openen met betrekking tot deze natuurramp.
Tot op heden bestaat er alleen een koninklijk besluit voor overstromingen tussen 14 en 16 juli 2021 en 24 juli 2021 in Wallonië. Concreet betekent dit dat werkgevers die schade hebben geleden door deze overstromingen, de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kunnen aanvragen (zie vraag: “Toepassing van de vrijstelling op de overstromingen van 2021”).
Indiening van de aanvraag van de werkgever bij de FOD Financiën
De werkgever moet een aanvraag indienen bij de FOD Financiën ten laatste in de loop van de 30e maand volgend op de natuurramp.
De vorm van deze aanvraag moet nog worden bepaald bij koninklijk besluit.
De wet bepaalt wel wat de aanvraag moet bevatten. De werkgever moet er de volgende gegevens in vermelden:
- Zijn identiteit
- Het adres (of perceelnummer) van de door de natuurramp getroffen inrichting;
- De kosten van de schade die rechtstreeks door de natuurramp is veroorzaakt.
- Desgevallend het steunbedrag dat het gewest of een andere instantie heeft toegekend (of zal toekennen) om deze schade te vergoeden
- Desgevallend het bedrag van de vergoeding dat door een of meer verzekeraar(s) is toegekend (of zal worden toegekend) om deze schade te vergoeden
Het formulier om de fiscale vrijstelling voor de overstromingen van juli 2021 aan te vragen, is echter nog niet beschikbaar. Bijgevolg kunnen de betrokken werkgevers nog geen vrijstelling aanvragen.
Attest van het gewest aan de FOD Financiën
Het betrokken gewest moet aan de FOD Financiën een attest bezorgen met een opsomming van de verschillende kosten waarmee de werkgever rekening wenst te houden bij de toepassing van de vrijstelling, alsook van de toegekende vergoedingen en steun om deze kosten te compenseren.
Dit attest moet uiterlijk de 36e maand na de maand waarin de natuurramp zich heeft voorgedaan aan de FOD Financiën worden bezorgd. Anders kan de vrijstelling niet worden toegepast.
Beslissing van de FOD Financiën
Na ontvangst van het attest van het gewest en ten laatste in de 41e maand volgend op de maand van de natuurramp informeert de FOD Financiën de werkgever per brief over de mogelijkheden om de vrijstelling toe te passen.
Dit schrijven bevat de volgende informatie:
- de bezoldigingen waarop de vrijstelling kan worden toegepast
- de formaliteiten om de vrijstelling aan te geven
- de formaliteiten met betrekking tot de bewijslast
Vanaf 2025 zal dit schrijven worden verstuurd via een beveiligd elektronisch platform.
Toepassing met terugwerkende kracht
De FOD Financiën heeft tot de 41e maand na de natuurramp de tijd om een beslissing te nemen. Zonder dit schrijven kan de vrijstelling niet worden toegepast.
Aangezien deze maatregel niet kan worden toegepast voor het einde van dit beslissingsproces, zal hij altijd met terugwerkende kracht worden toegekend.
De vrijstelling is van toepassing op bezoldigingen die zijn betaald in de periode van 40 maanden na de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden. Ze zal dus enerzijds van toepassing zijn op de bezoldigingen die al betaald zijn en waarvoor de bedrijfsvoorheffing al betaald is aan de fiscus en anderzijds op de toekomstige bezoldigingen.
In zijn antwoord zal de FOD Financiën de werkgever meedelen hoe hij de vrijstelling kan aanvragen.
De vrijstelling van doorstorting kan in elk geval ten vroegste worden toegepast op bezoldigingen die vanaf 1 augustus 2021 werden betaald of toegekend.
Wat is de verjaringstermijn?
Werkgevers die in aanmerking willen komen voor de vrijstelling moeten vooraf een aanvraag indienen bij de FOD Financiën, uiterlijk in de 30e maand na de natuurramp.
Aanvankelijk voorzag de wet echter in een verjaringstermijn van drie jaar voor deze vrijstelling en het formulier voor het indienen van een aanvraag tot belastingvrijstelling is niet beschikbaar.
Naarmate de deadline naderde liepen werkgevers die getroffen werden door de overstromingen in de zomer van 2021 dus het risico dat ze de vrijstelling niet konden toepassen.
Om te voorkomen dat deze werkgevers niet ten volle gebruik kunnen maken van de mogelijkheid om de steun te verkrijgen waarop ze recht hebben, heeft de wet van 12 mei 2024 de verjaringstermijn voor de vrijstelling verlengd van drie tot vijf jaar.