Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Welke voorwaarden moet men vervullen om een vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing te bekomen?

De vrijstelling geldt enkel ten aanzien van werkgevers die bezoldigingen betalen of toekennen met betrekking tot overwerk.

Laatst bijgewerkt op 4 juni 2024

Er gelden wel een aantal beperkingen:

Minimum wettelijk overloon

In eerste instantie kan de werkgever de vrijstelling slechts genieten voor overuren waarvoor het (minimum) wettelijk overloon, zijnde 20%, 50% of 100% [1], verschuldigd is. De overwerktoeslag moet dus met andere woorden verschuldigd zijn overeenkomstig artikel 29 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of krachtens KB nr. 213 van 26 september 1986 (bouwsector).

Betaalt de werkgever meer dan wettelijk verplicht is (bv. 80% in plaats van 50%), dan komen deze overuren ook in aanmerking voor de vrijstelling.

De werkgever die daarentegen een overwerktoeslag betaalt (bv. van 15%), daar waar deze helemaal niet (wettelijk) verschuldigd is, komt niet in aanmerking.

Beperkt aantal overuren per jaar

Algemeen contingent

Daarenboven is de vrijstelling beperkt tot 130 overuren (algemeen contingent) per jaar en per werknemer.

Dit algemeen contingent werd tijdelijk opgetrokken naar 180 overuren voor de periodes van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 en van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023.

Het vorig sociaal akkoord (2021-2022) verhoogde dit maximum aantal van 130 overuren voor alle sectoren naar 180 uren voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023.

Het huidig sociaal akkoord (2023-2024) voorziet nu in een verdere verlenging van deze verhoging tot en met 30 juni 2025.

Bouwsector en aanverwante sectoren: algemeen

In de bouwsector (en aanverwante sectoren) werd de (algemene) grens van 130 overuren reeds op 1 januari 2014 opgetrokken naar 180 uur op voorwaarde dat het gaat om werven waar effectief gebruik wordt gemaakt van een aanwezigheidsregistratiesysteem [2].

Deze voorwaarde dient voor deze fiscale vrijstelling niet te worden vervuld gedurende de hogervermelde periodes van tijdelijke verhoging van het algemeen contingent naar 180 uren.

Bouwsector: wegen- en spoorwegwerken

Het aantal fiscaal voordelige overuren werd op 1 juni 2024 opgetrokken naar 280 uur [3] [4] voor werknemers en werkgevers die wegen- en spoorwegwerken uitvoeren onder volgende voorwaarden:

  • De verhoging geldt voor werknemers van werkgevers die hoofzakelijk wegenwerken - of spoorwegwerken verrichten en aan wie de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts te werken. Wegenwerken die bestaan uit het aanleggen van ondergrondse leidingen en kabels zijn uitgesloten
  • Betrokken werkgevers moeten gebruik maken van een EARS

Horecasector

In de horecasector [5] werd bovenvermelde grens van 130 overuren dan weer opgetrokken tot 360 overuren op 1 december 2015. De toepassing van deze verhoogde grens is, in tegenstelling tot de bouwsector, niet aan voorwaarden onderworpen [6].

[1] Art. 275/1 lid 3 en 4 van het WIB 1992.

"[2] De toepassing van het aanwezigheidsregistratiesysteem betreft niet enkel de bouwsector, maar daarentegen alle sectoren die op een werf werken verrichten in onroerende staat vanaf 500.000 euro exclusief btw (bv. schoonmaaksector, elektriciens,…)

[3] Programmawet van 27 december 2021, Belgisch Staatsblad van 31 december 2021.

[4] Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen, Belgisch Staatsblad van 29 mei 2024

[5] Hieronder valt ook het paritair comité voor uitzendarbeid indien de gebruiker onder het paritair comité van de horeca ressorteert.

[6] De grens van 130 overuren werd in de horeca eerst, net zoals in de bouwsector, opgetrokken tot 180 overuren op 1 januari 2014. Voorwaarde voor de horeca was toen dat er gebruik werd gemaakt van een geregistreerd kassasysteem. Bij het optrekken van deze grens naar 360 overuren werd deze voorwaarde geschrapt.

Alle artikelen over Overuren