De belastingplichtigen moeten een nominatieve lijst ter beschikking houden van de administratie met volgende vermeldingen per werknemer:
- Volledige identiteit en, in voorkomend geval, het nationaal nummer
- Datum van indiensttreding
- Anciënniteit verworven binnen het eenheidsstatuut
- Het bedrag van de vrijstelling
- In voorkomend geval, de einddatum van de arbeidsovereenkomst
- In voorkomend geval, het bedrag dat, volgens art. 67quater, achtste lid, WIB 92, is opgenomen in de winst en baten van het belastbaar tijdperk
- Bruto belastbare bezoldigingen die aan de werknemer zijn betaald of toegekend (inclusief sociale werknemersbijdragen, eventueel te beperken tot de maximumgrenzen)
Deze gegevens zouden elektronisch moeten worden meegedeeld in het kader van de toepassing voor het indienen van de individuele fiches 281 [1]. Hiervoor moet hij jaarlijks de fiche 281.78 indienen via Belgotax-on-web.
Wanneer moet een attest 281.78 ingediend worden?
Om aanspraak te maken op het recht op vrijstelling voor een vijfjarige cyclus, moet hij altijd een attest 281.78 indienen voor de eerste van de vijf belastbare tijdperken, zelfs als hij voor dit belastbare tijdperk te weinig inkomsten of winsten heeft om de vrijstelling te verrekenen. Als dit niet gebeurt, zal de werkgever de vrijstelling niet kunnen opeisen voor de volgende vier belastbare tijdperken van de vijfjarige cyclus.
Deze verplichting geldt ook voor de vier volgende belastbare tijdperken van de vijfjarige cyclus, behalve voor de belastbare tijdperken waarvoor de werkgever wil afzien van zijn recht op vrijstelling.
De deadline om een attest 281.78 te voorzien, is de indiening van de belastingaangifte waarop het attest betrekking heeft (eventueel toegelaten uitstel inbegrepen). Als uw boekjaar ingekort werd, kunt u deze datum kiezen of opteren voor 30 maart van het boekjaar +1.
Is het verplicht voor alle werknemers?
Als een werknemer voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarden voor een vastgelegd belastbaar tijdperk, kan de werkgever in principe genieten van een vrijstelling voor deze werknemer. Deze wordt echter niet in één keer toegekend, maar spreidt zich uit over het betreffende belastbare tijdperk en over de vier volgende belastbare tijdperken, à rato van 20% per belastbaar tijdperk. Dit principe is echter niet van toepassing als de werknemer de onderneming vroegtijdig verlaat.
In verband hiermee is de vrijstelling voor sociaal passief geen verplichting, waardoor de werkgever die geen vrijstelling voor een werknemer wil opeisen voor een volledige vijfjarige cyclus, geen attest 281.78 voor deze werknemer moet indienen.
Voorbeeld van Pierre Anne stelt werknemer Pierre tewerk. Pierre vervult de vrijstellingsvoorwaarden voor het belastbare tijdperk 2024. Voor dit belastbare tijdperk heeft Anne een attest 281.78 ingediend voor Pierre, zodat hij aanspraak kan maken op de vrijstelling voor de vijfjarige cyclus 2024-2028. In 2024 zal Anne dus kunnen genieten van een vijfde van de vrijstelling die gespreid was over vijf jaar. Als Anne geen attest 281.78 voor Pierre indient voor het belastbare tijdperk 2025, zal ze niet enkel geen aanspraak kunnen maken op de vrijstelling voor 2025 maar ook geen recht hebben op de vrijstelling voor de volgende vier belastbare tijdperken van deze vijfjarige cyclus 2025-2029. In elk geval heeft ze de mogelijkheid een nieuw attest 281.78 voor Pierre in te dienen voor het belastbare tijdperk 2026 om aanspraak te kunnen maken op de vrijstelling voor de cyclus 2026-2030. De in aanmerking te nemen bezoldiging voor de berekening van de vrijstelling is dus de begrensde gemiddelde maandelijkse brutobezoldiging van Pierre in 2026. |
[1] Ministerieel besluit van 24 juni 2019 tot bepaling van de modaliteiten van de elektronische communicatie bedoeld in artikel 46quater van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 4 juli 2019.