Principe: maximum 1.000 euro per kwartaal gedurende de hele tewerkstelling
De werkgever die een leerling in dienst neemt, kan een forfaitaire vermindering van zijn werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid genieten van 1.000 euro gedurende de hele tewerkstelling. Er geldt geen loongrens.
Het bedrag van 1.000 euro geldt voor voltijdse volledige kwartaalprestaties en wordt per tewerkstelling berekend [1]. Voor deeltijdse werknemers of voltijdse werknemers met onvolledige kwartaalprestaties klik hier.
Begrip leerling
Onder "leerling" moet worden verstaan de jongere uit één van de twee volgende categorieën:
- Leerlingen die een alternerende opleiding volgen [2]
- Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs die in uitvoering van bepaalde alternerende opleidingen verbonden zijn met een deeltijdse arbeidsovereenkomst (DBSO-jongeren met een deeltijdse arbeidsovereenkomst) [3] en die beschikken over een elektronisch dossier bij de VDAB [4].
Elektronisch dossier bij de VDAB?
Enkel de jongeren tewerkgesteld met een deeltijdse arbeidsovereenkomst (tweede categorie) moeten beschikken over een elektronisch dossier bij de VDAB. Voor meer informatie, raadpleeg de vraag "Wat zijn de formaliteiten om de doelgroepvermindering te bekomen?".
Wat na de afloop van de opleiding?
Na de alternerende opleiding kan de jongere eventueel het recht openen op de 'gewone' doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren indien de voorwaarden hiertoe vervuld zijn (scholingsniveau, elektronisch dossier VDAB, refertekwartaalloon en leeftijd) [5].
Opgelet, de werkgever moet deze vermindering in de multifunctionele aangifte aan de RSZ (DmfA) aanvragen, de overstap is niet automatisch.
Stopzetting vanaf 1 juli 2023
Deze vermindering wordt vanaf 1 juli 2023 opgeheven zonder overgangsmaatregelen. Deze maatregel werd door de Vlaamse regering vervangen door twee nieuwe werkplekpremies, die vanaf 1 september 2023 aangevraagd kunnen worden.
[1] Zodra een element van de tewerkstelling wordt gewijzigd, moet er een nieuwe berekening worden gemaakt. De elementen van de tewerkstelling zijn: de werkgeverscategorie, de werknemerscategorie, de datum waarop de arbeidsbetrekking aanvangt en eindigt, het nummer van het bevoegde paritaire (sub)comité voor de uitgeoefende activiteit, het aantal dagen per week in de arbeidsregeling, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de referentiepersoon, het type van arbeidsovereenkomst (voltijds of deeltijds).
[2] Als vermeld in artikel 1bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969. Klik op de link voor meer informatie.
[3] Als vermeld in het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen.
[4] Deze voorwaarde geldt niet voor de leerlingen uit de eerste categorie.
[5] Voor meer informatie, raadpleeg onze fiche "Jonge werknemers in dienst vanaf 1 juli 2016" onder deze rubriek.