Werknemers die het recht openen
Niet-werkende werkzoekende
De werknemer moet een niet-werkende werkzoekende zijn die op het ogenblik van de aanwerving minstens 2 jaar als niet-werkende werkzoekende is ingeschreven bij de VDAB [1].
De werkgever die wil nagaan of een werknemer aan deze voorwaarde voldoet, kan dit navragen bij de VDAB via tewerksteling@vdab.be. In tegenstelling tot bij de vroegere Activa-maatregel wordt er immers geen kaart aan de weknemer afgeleverd die attesteert dat de werknemer aan de voorwaarde voldoet.
Volgende periodes van inactiviteit worden gelijkgesteld met de inschrijving als niet-werkende werkzoekende:
- De periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval
- De periode van detentie
- De periode van onderbreking van de inschrijving als niet-werkende werkzoekende wanneer die onderbreking maximaal drie maanden bedraagt
Leeftijdsvoorwaarde vanaf 1 januari 2022
De werknemer moet minstens 25 jaar oud zijn en de leeftijd van 58 nog niet hebben bereikt.
Deze leeftijdsvoorwaarde wordt bekeken op het einde van het kwartaal van aanwerving.
Deze leeftijdsgrenzen zijn gekozen in functie van de Vlaamse doelgroepverminderingen:
- Is de werknemer jonger dan 25 jaar, dan kon hij immers het recht op de doelgroepvermindering jonge werknemers openen
- Is hij daarentegen minstens 58 jaar, dan kon hij het recht op de doelgroepvermindering oudere werknemers
Contract van onbepaalde duur
De werknemer moet met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aangeworven worden.
In uitzondering op deze regel zijn één of meer opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur van minstens 3 maanden ook mogelijk indien dit overeenstemt met het 'gangbare wervingsbeleid' van de onderneming [2].
Tewerkstelling in Vlaanderen
De werknemer moet tewerkgesteld worden in een exploitatiezetel gelegen in Vlaanderen.
De aangeworven werknemer mag reeds voordien bij de werkgever tewerkgesteld zijn geweest in het kader van een stage of werkplekleren [3]. Ook een eerdere tewerkstelling als uitzendkracht is toegelaten [4].
Uitgesloten werknemers
Aangezien het de bedoeling van de aanwervingsincentive is om duurzame tewerkstelling te bevorderen, worden de volgende werknemers uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze maatregel:
- De uitzendkrachten (voor het personeel van het uitzendkantoor zelf kan wel van de premie genoten worden)
- De flexi-jobwerknemers
- De gelegenheidswerknemers
Opmerking: wanneer de werkgever-gebruiker de uitzendkracht binnen de 3 maanden aanwerft, zal hij toch nog van de aanwervingsincentive gebruik kunnen maken (cfr. supra).
[1] De minister kan bepaalde periodes van inactiviteit gelijkstellen met de inschrijving als niet-werkende werkzoekende.
[2] De minister kan nader bepalen wat onder gangbare wervingsbeleid wordt verstaan. Er wordt echter verwacht dat een verklaring op eer in de praktijk zal volstaan. Een voorbeeld hiervan kan een dienstenchequebedrijf zijn.
[3] Voorbeelden hiervan zijn de individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) of de werkervaringsstage (WES). Tijdens dergelijke overeenkomsten wordt de stagiair immers nog als werkzoekende beschouwd. Meer informatie over deze stagevormen kan je vinden onder ons dossier Stages en opleidingen voor werkzoekenden.
[4] Opgelet evenwel, als de werknemer meer dan 3 maanden als uitzendkracht tewerkgesteld was voor de aanwerving, zal hij niet meer als langdurig werkzoekende beschouwd worden en dus niet meer in aanmerking komen voor de aanwervingspremie.