De oudere werknemer moet door zijn werkgever worden ontslagen om aanspraak te kunnen maken op het SWT. Het is dus de werkgever die het initiatief neemt om de overeenkomt te beëindigen. De werknemer heeft dan ook geen verworven recht op het SWT. Hij heeft alleen recht op dit stelsel als hij ontslagen wordt en aan alle hierna beschreven voorwaarden voldoet.
Worden niet beschouwd als een ontslag en openen dus geen recht op het SWT:
- Het einde van een overeenkomst voor een bepaalde tijd door afloop van de termijn
- Het einde van een arbeidsovereenkomst gesloten voor een duidelijk omschreven werk door het voltooien van het overeengekomen werk
- De beëindiging van een overeenkomst wegens een dringende reden (dus zonder opzegtermijn)
- De beëindiging van een overeenkomst wegens overmacht
- Het door de werknemer gegeven ontslag