Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

In welke gevallen moet het CPBW een voorafgaand advies verlenen?

Het voorafgaand advies van de leden van het CPBW moet zo snel mogelijk verleend worden over alle materies waarvoor het door de werkgever geraadpleegd moet worden en, in voorkomend geval, over de informatie die het ontvangt.

Laatst bijgewerkt op 6 februari 2024

Wanneer er geen unanimiteit bereikt wordt, moet het advies de verschillende meningen bevatten.

Het voorafgaand advies van de leden van het CPBW is vereist in de hierna genoemde gevallen:

De maatregelen die kaderen in het ondernemingsbeleid inzake het welzijn van de werknemers

Het gaat om:

  • De voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, meteen of na verloop van tijd, gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (o.a. de specifieke maatregelen voor de werknemers van 45 jaar en ouder die opgenomen werden in het tewerkstellingsplan voor oudere werknemers)
  • De planning en invoering van nieuwe technologieën, wat betreft hun gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, verbonden aan de keuzes inzake uitrusting en arbeidsomstandigheden en aan de impact van de omgevingsfactoren op het werk
  • Het overleg over deconnectie en gebruik van digitale communicatiemiddelen. Met het oog op het verzekeren van het respect voor de rusttijden, jaarlijkse vakantie en andere verloven van de werknemers en het vrijwaren van de balans tussen werk en privéleven, organiseert de werkgever in het comité op regelmatige tijdstippen, en telkens wanneer de werknemersvertegenwoordigers in het comité erom verzoeken, een overleg over deconnectie van het werk en het gebruik van digitale communicatiemiddelen. Het comité kan op basis van dit overleg aan de werkgever voorstellen formuleren en adviezen uitbrengen

De wetgeving bepaalt dat de afspraken die voortvloeien uit dit overleg, kunnen worden ingevoerd in het arbeidsreglement of door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst.

  • De verschillende maatregelen die de werkgever neemt in het kader van zijn alcohol- en drugsbeleid. Het verplicht onderdeel van het in de onderneming te voeren alcohol- en drugsbeleid vereist overleg in het CPBW met het doel een consensus te bereiken
  • In het algemeen, de adviezen betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan opgesteld door de werkgever, de wijzigingen, uitvoering en resultaten ervan. Het advies over het jaarlijks actieplan moet verleend worden voor de datum van inwerkingtreding van dit plan

De maatregelen die leiden tot de ontwikkeling van een re-integratiebeleid

Om een efficiënt re-integratiebeleid op poten te kunnen zetten, moet de werkgever regelmatig, en minstens één keer per jaar, het advies van het CPBW inwinnen over de mogelijkheden op collectief vlak voor aangepast werk of ander werk en de maatregelen om de werkposten aan te passen, in aanwezigheid van de arbeidsarts en desgevallend van de andere bevoegde preventieadviseurs.

Concreet worden de collectieve aspecten van de re-integratie eenmaal per jaar geëvalueerd en overlegd in het comité op basis van :

  • Een verslag van de arbeidsarts dat zowel de kwalitatieve aspecten (elementen die nuttig kunnen zijn in het kader van een re-integratiebeleid) als de kwantitatieve aspecten belicht (spontane raadplegingen, aanpassingen aan de werkpost en werkhervatting na ziekte of ongeval, re-integratietrajecten, ...)
  • Informatie verstrekt door de werkgever (geglobaliseerde en geanonimiseerde elementen uit de re-integratieplannen en uit de gemotiveerde verslagen)

Het re-integratiebeleid wordt indien nodig aangepast op basis van deze evaluatie.

Voor meer informatie over het re-integratietraject in de onderneming verwijzen we u naar ons thema Vakantie & afwezigheid > Ziekte en ongeval > Re-integratie van de arbeidsongeschikte werknemer.

De preventiemaatregelen

Het gaat om:

  • de maatregelen die worden overwogen om de technieken en de arbeidsvoorwaarden aan de mens aan te passen om de beroepsvermoeidheid te voorkomen;
  • de maatregelen in het kader van het preventiebeleid inzake psychosociale risico’s op het werk;
  • de specifieke maatregelen voor de inrichting van de arbeidsplaatsen (om rekening te houden met de mindervalide werknemers bijvoorbeeld);
  • de keuze, de aankoop, het onderhoud en het gebruik van de arbeidsmiddelen en van de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.

De diensten waarop een beroep wordt gedaan

Het gaat om de keuze of de vervanging van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB), een externe dienst voor de technische controles op de arbeidsplaats en om andere instellingen of deskundigen.

De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van uw onderneming (IDPB)

Het gaat om de technische en wetenschappelijke middelen, de lokalen en de financiële middelen, alsook het administratief personeel dat ter beschikking wordt gesteld van de IDPB.

 

Alle artikelen over De bevoegdheden en opdrachten van het Comité