In principe mag de werkgever de vrijgestelde geschenken niet aftrekken als beroepskosten.
Bij wijze van uitzondering oordeelt de belastingadministratie dat sommige limitatief opgesomde voordelen als aftrekbare beroepskosten aangemerkt worden als een aantal voorwaarden nageleefd zijn. Dit is het geval als de geschenken of geschenkcheques uitgereikt worden:
- Ter gelegenheid van één of meer jaarlijkse feesten of gebeurtenissen, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Nieuwjaar of op een ander feest dat hetzelfde sociale karakter heeft (bijvoorbeeld feest van de patroonheilige van het beroep) en hun totale jaarbedrag niet meer dan 40 euro per werknemer bedraagt, verhoogd met maximum 40 euro per kind dat ten laste is van de werknemer
- Bij de overhandiging van een eervolle onderscheiding en hun totale jaarbedrag niet meer dan 120 euro per werknemer bedraagt;
- Bij de pensionering [1] en hun maximumbedrag 40 euro per dienstjaar bereikt met een minimum van 120 euro en een maximum van 1.000 euro.
Indien het om geschenkcheques gaat, moeten de volgende extra voorwaarden nageleefd worden:
- Ze mogen enkel ingeruild worden bij ondernemingen die vooraf een akkoord met de uitgever ervan gesloten hebben
- Ze moeten een beperkte geldigheidsduur hebben (maximum 1 jaar)
- Ze mogen niet in geld terugbetaald worden aan de verkrijger
Indien niet alle opgesomde voorwaarden vervuld zijn, zal het voordeel volledig als een niet aftrekbare uitgave beschouwd worden.
[1] Hetzelfde geldt in geval van volledig SWT (circulaire van 15 december 2003 Ci.RH.242/558.244)