Deze wet voerde namelijk een stelsel van beperkte aansprakelijkheid in. Hierdoor staat de werknemer die de werkgever of derden bij de uitvoering van zijn werk schade berokkent, enkel in voor bedrog, zware fout en gewoonlijk voorkomende lichte fout.
De werknemer kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van een niet-gewoonlijke fout die eerder toevallig voorkomt. Zo is er bijvoorbeeld geen aansprakelijkheid bij een gewone, uit verstrooidheid begane fout in de boekhouding. Indien de werknemer dergelijke fouten echter herhaaldelijk maakt, hetgeen op een gebrek aan professionaliteit wijst, kan hij wel aansprakelijk gesteld worden.
Of er sprake is van bedrog, zware fout of gewoonlijke lichte fout moet evenwel steeds geval per geval bekeken worden en is afhankelijk van elke feitelijke situatie. In geval van betwisting zal de rechter hierover oordelen.
De meldingen door de werknemers van inbreuken begaan door de werkgever via het intern meldkanaal kunnen noch een zware fout noch een bedrog, noch en gewoonlijk voorkomende lichte fout zijn die kunnen leiden tot de burgerlijke aansprakelijkheid van de werknemer.
[1] Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978.