Uit dit gezag vloeit voort dat de werkgever een zekere disciplinaire bevoegdheid kan uitoefenen tegenover de werknemer die door een tekortkoming van zijn kant, de werkzaamheden binnen de onderneming verstoord heeft of die zijn verplichtingen niet nagekomen is.
Zelfs indien de werknemer door de tekortkoming geen schade veroorzaakt heeft, kan de werkgever toch een tuchtsanctie toepassen. De burgerlijke aansprakelijkheid van de werknemer hoeft dus niet aangetoond te worden. In dezelfde zin hoeft de door een tuchtsanctie gesanctioneerde tekortkoming niet noodzakelijkerwijs een strafrechtelijke inbreuk te vormen.