Een gepensioneerde mag zijn rustpensioen niet cumuleren met werkloosheidsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, tijdskredietuitkeringen of uitkeringen in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT of vroeger brugpensioen). In voorkomend geval moet hij dus kiezen tussen zijn pensioen en de sociale uitkeringen. Deze keuze gebeurt voor een volledige kalendermaand.
Een uitzondering op deze regel is ingevoerd tijdens de coronacrisis. Tot 30 september 2021 kan een gepensioneerde werknemer het pensioen cumuluren met tijdelijke werkloosheidsuitkeringen.
Deze bepaling heeft een rechtstreekse impact op de gepensioneerde die een toegelaten beroepsactiviteit uitoefent. Indien hij ziek wordt en van de uitkeringen van het ziekenfonds wil genieten, moet hij deze aan de Federale pensioendienst (of de RSVZ) aangeven. Hierdoor verzaakt hij aan zijn pensioen voor die maand. Aangezien deze verzaking ook geldt indien hij slechts één dag een uitkering gekregen heeft, kan de gepensioneerde er belang bij hebben om eerder aan de sociale uitkering te verzaken.
Deze regel geldt ook voor de echtgenoot van een gepensioneerde die een gezinspensioen geniet. Indien de echtgenoot niet aan de sociale uitkering verzaakt, zal het bedrag van het pensioen teruggebracht worden tot het pensioenbedrag voor een alleenstaande voor de maand waarin de echtgenoot een sociale uitkering geniet.