Het bedrog
Bedrog is een opzettelijke fout die te kwader trouw begaan werd. De bedrieger heeft de wil om iemand anders schade toe te brengen of om een norm of een verplichting waartoe hij gehouden is, te overtreden. Zelfs indien de gevolgen die eruit voortvloeien, niet gewild zijn, is er nog sprake van bedrog[1].
De omvang van de schade heeft geen weerslag op het bestaan van het bedrog.
De zware fout
De zware fout is de ernstige tekortkoming die een normaal voorzichtig persoon niet zou begaan. Het gaat om een onopzettelijke fout die zo erg is dat zij onvergeeflijk wordt.
Werd als een zware fout beschouwd in de zin van de arbeidsovereenkomstenwet, het feit dat de werknemer gebruik maakte van zijn professionele gsm om naar astrologielijnen te bellen, ook al wist hij dat dit duur was.
Werd ook als een zware fout beschouwd in de zin van de arbeidsovereenkomstenwet, het feit, voor een handelsvertegenwoordiger, om bewust valse bestellingen te plaatsen en deze in zijn kelder op te slaan zonder ze aan de werkgever te geven[2].
De zware fout is niet noodzakelijk ook een dringende reden die de voortzetting van de arbeidsbetrekkingen tussen de partijen onmogelijk maakt. Uit de rechtspraak blijkt bovendien dat een strafrechtelijk gesanctioneerde fout niet noodzakelijk ook een zware fout is.
De lichte fout
De lichte fout is de vergeeflijke fout die iedereen die zich in dezelfde omstandigheden bevindt, had kunnen maken. De dader ervan kan hiervoor dan ook enkel aansprakelijk gesteld worden indien die fout bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Het gewoonlijk karakter van de fout volgt uit de herhaling van fouten, ongeacht de aard ervan, wat wijst op een zekere ingesteldheid van de werknemer. Het zou dus de neiging om fouten te begaan, zijn die de aansprakelijkheid van de werknemer teweegbrengt.
[1] Arrest van het Hof van Gent , 12 mei 2014. De werknemer werd ertoe veroordeeld de telefoonkosten aan de werkgever terug te betalen.
[2] Arrest van het Arbeidshof van Luik, 19 september 2019.