Rechtstreekse aansprakelijkheid tussen twee medecontractanten
Het mechanisme van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de sociale schulden houdt in dat de opdrachtgever (of de aannemer) die een beroep doet op een aannemer (of onderaannemer) die sociale schulden heeft op het moment dat de overeenkomst wordt gesloten en/of op het moment van de betaling van de factuur, hoofdelijk aansprakelijk wordt voor de betaling van die schulden.
Concreet zullen de betrokken opdrachtgever of aannemer als schuldenaar opgenomen worden in de databank van de RSZ die toegankelijk is voor het publiek als zij de opgevorderde bedragen niet binnen 30 dagen na de verzending van een aangetekende ingebrekestelling vereffenen.
De hoofdelijke aansprakelijkheid zal echter niet spelen indien de betrokken opdrachtgever of aannemer zijn inhoudingsplicht vervult.
Voorbeeld: de opdrachtgever B geeft opdracht aan aannemer C om werken in onroerende staat uit te voeren. Aannemer C is aansprakelijk voor de sociale/fiscale schulden en wordt als schuldenaar opgenomen in de gegevensbanken van de RSZ en fiscus. Op het moment dat hij zijn factuur betaalt, laat de opdrachtgever B na om deze gegevensbanken te raadplegen en dus doet hij ook geen inhouding ten voordele van de RSZ en fiscus. Hierdoor kunnen de RSZ en de fiscus hem hoofdelijk aansprakelijk stellen met C, zodat hij mee verantwoordelijk wordt voor de terugbetaling van de schulden van C, ook al heeft hij deze schulden niet zelf gemaakt.
Overzicht (bron: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)
Overeenkomst gesloten met |
Toestand op het moment van het sluiten van de overeenkomst |
Toestand op het moment van de betaling van de factuur |
Inhouding |
Sanctie
|
Aannemer Onderaannemer |
Heeft geen sociale schulden |
Heeft geen sociale schulden |
Neen |
- |
Heeft geen sociale schulden |
Heeft sociale schulden |
Ja 35% |
Sanctie gelijk aan het bedrag van de inhouding |
|
Heeft sociale schulden |
Heeft geen sociale schulden |
Neen |
- |
|
Heeft sociale schulden |
Heeft sociale schulden |
Ja 35% |
Toepassing van de hoofdelijke aansprakelijkheid + sanctie gelijk aan het bedrag van de inhouding |
Subsidiaire aansprakelijkheid of getrapte aansprakelijkheid
Het systeem van de rechtstreekse aansprakelijkheid werd nog krachtiger gemaakt door een mechanisme van getrapte of subsidiaire aansprakelijkheid. Hierdoor wordt de aansprakelijkheid systematisch doorgeschoven naar de in een voorafgaand stadium tussenkomende aannemers in de onderaannemingsketen wanneer de aannemer die een beroep gedaan heeft op de onderaannemer die de geëiste sommen niet betaald heeft, de schulden niet vereffent[1].
Op de portaalsite van de sociale zekerheid wordt de werking van het mechanisme in de praktijk uitgelegd. Wanneer de volgende 3 voorwaarden vervuld zijn:
- De onderaannemer heeft sociale schulden bij het verlijden van de overeenkomst
- De onderaannemer heeft nog steeds sociale schulden op het ogenblik waarop zijn medecontractant de factuur betaalt
- De medecontractant verzuimt om de inhoudingen te verrichten en door te storten aan de RSZ
wordt eerst de rechtstreekse hoofdelijke aansprakelijkheid (tussen de 2 medecontractanten) ingesteld.
Indien het gevorderde bedrag waarvoor de hoofdelijke aansprakelijkheid speelt, niet betaald werd, zal de medecontractant dat bedrag verschuldigd zijn via een inhouding op de factuur.
Indien het verschuldigde bedrag niet vereffend wordt via deze inhouding op de factuur, kan de RSZ gebruik maken van de subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid. Zo kan ze teruggaan in de keten van de medecontractanten. Dit gebeurt in chronologische volgorde.
Voorbeeld: Aannemer en opdrachtgever B heeft geen inhouding gedaan en heeft ook de betaling ten aanzien van de RSZ/fiscus niet uitgevoerd. Deze diensten gaan zich dan richten tegen de aannemer die in een eerder stadium is tussengekomen in de keten van onderaannemers. In ons voorbeeld handelde aannemer B voor rekening van aannemer A. De subsidiaire aansprakelijkheid zorgt ervoor dat de RSZ/de fiscus aannemer A mee verantwoordelijk kunnen stellen voor de terugbetaling van de schulden van aannemer C, ook al heeft A geen contractuele band met C. Wil A dit vermijden, dan zal hij een inhouding moeten doen op de factuur die hij aan B moet betalen. Doet hij dat niet, dan wordt ook hij aangeduid als schuldenaar.
Uitbreiding van de subsidiaire aansprakelijkheid tot de opdrachtgever
In het verleden kon de opdrachtgever enkel aangesproken worden door de RSZ of de fiscus in het kader van de rechtstreekse aansprakelijkheid. Dit was niet mogelijk in het kader van de subsidiaire of getrapte aansprakelijkheid.
Het mechanisme van de subsidiaire aansprakelijkheid is nu echter uitgebreid van de hoofdaannemer tot de opdrachtgever. Ook deze kan dus als schuldenaar in de gegevensbanken opgenomen worden, indien hij in het kader van de getrapte aansprakelijkheid de gevraagde sommen niet binnen de termijn betaalt, en dit zelfs als hij geen personeel tewerkstelt.
Voorbeeld: aannemer A komt zijn verplichtingen niet na. De werken die hij moest uitvoeren, gebeurden in opdracht van X. Voortaan kan ook X mee verantwoordelijk gesteld worden voor de schulden van C in het kader van de subsidiaire aansprakelijkheid, en in de gegevensbanken opgenomen worden als schuldenaar, indien hij de gevraagde sommen niet betaalt.
[1] Programmawet van 29 maart 2012.