Schulden ten aanzien van de RSZ
Er is sprake van sociale schulden in de volgende gevallen:
- De onderneming heeft niet alle vereiste aangiften, met inbegrip van die voor het voorlaatste afgelopen kwartaal, overgemaakt
- En/of de onderneming is een som van meer dan 2.500 euro aan bijdragen, verhogingen, forfaitaire vergoedingen, verwijlinteresten en/of gerechtskosten verschuldigd aan de RSZ
- En/of de werkgever van het PC nr. 124 (bouwsector) die geen bijdragen voor het overeenstemmende kwartaal van het afgelopen kalenderjaar verschuldigd was, heeft de te betalen voorschotten niet vereffend[1]
- En/of de onderneming (al dan niet geïdentificeerd als werkgever bij de RSZ) die hoofdelijk aansprakelijk gesteld wordt, vereffent de opgevorderde bedragen niet binnen 30 dagen na de verzending van een aangetekende ingebrekestelling
Schulden ten aanzien van de PDOK[2]
Er zijn eveneens sociale schulden wanneer voor de onderneming die onder het PC nr. 124 valt (bouwsector):
- Alle gegevens betreffende de brutolonen van de werknemers tot en met het voorlaatste afgelopen kwartaal niet ter beschikking zijn van de PDOK
- En/of die onderneming meer dan 70 euro bijdragen verschuldigd is in het stelsel van weerverlet- en getrouwheidsregels
Schulden ten aanzien van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de bewakingssector
De reglementering stelt dat de werkgever die onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten (PC nr. 317) valt en die niet meer dan 900 euro als bijdrage aan het Fonds verschuldigd is, niet beschouwd wordt als schuldenaar ten overstaan van het Fonds voor bestaanszekerheid[3].
Opdat deze bepaling van toepassing zou kunnen zijn, moeten evenwel alle gegevens betreffende de brutobezoldigingen van de arbeiders tot en met het voorlaatste vervallen kwartaal ter beschikking zijn van het Fonds en door de RSZ gevalideerd zijn.
Het Fonds voor bestaanszekerheid van het Paritair comité voor de bewakingsdiensten berekent immers zelf de bijdragen die de werkgevers van de sector verschuldigd zijn op basis van de DmfA-aangifte en stuurt hen vervolgens een debetbericht. Indien het FBZ niet over alle vereiste gegevens beschikt, kan het fonds het bedrag van de eventuele schuld van de werkgever onmogelijk vaststellen. Ook al zijn er betalingen uitgevoerd, zonder de door de RSZ gevalideerde aangifte kan het Fonds de schuld van de ondernemingen van de sector niet vaststellen en zich er dus niet van vergewissen dat wat is betaald, wel degelijk overeenstemt met wat verschuldigd is.
[1] Krachtens artikel 34bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969.
[2] Patronale Dienst voor de Organisatie en Kontrole van de Bestaanszekerheidsstelsels. Het gaat over het Fonds van Bestaanszekerheid van de bouwsector.
[3] Artikel 26, §2/1 van het koninklijk besluit van 27 december 2007.