Werknemers die deze stappen ondernemen voor feiten van geweld of pesterijen op het werk die verband houden met een discriminatiegrond of van ongewenst seksueel gedrag op het werk, genieten de bescherming tegen nadelige maatregelen die de antidiscriminatiewetgeving biedt.
Betrokken werknemers
Werknemers die de volgende stappen ondernemen wegens feiten van discriminatie of ongewenst seksueel gedrag op het werk komen in aanmerking voor de bescherming tegen represailles en nadelige maatregelen :
- een melding of een klacht bij de onderneming of de instelling die de persoon tewerkstelt ;
- een melding of een klacht bij de met het toezicht belaste ambtenaren ;
- een melding of een klacht bij een dienst die toeziet op de handelingen en de werking van administratieve overheden of bestuursinstanties of die optreedt met het oog op buitengerechtelijke geschillenbehandeling ;
- een melding of een klacht bij het Instituut, het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme of een belangenvereniging ;
- een aangifte bij de politiediensten, een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter of een kennisgave aan de arbeidsauditeur ;
- een rechtsvordering door de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft ;
- een rechtsvordering die het Instituut, het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme of een belangenvereniging instelt ten voordele van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft ;
- een rechtsvordering die het Instituut, het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme of een belangenvereniging in eigen naam instelt.
Sinds 1 juni 2023 heeft de wet de bescherming tegen represailles uitgebreid naar informele getuigen. Deze bescherming geldt enkel voor situaties met discriminatoire feiten.
Deze uitbreiding is van toepassing op:
-
Personen die optreden als getuige of die een melding hebben gedaan of een klacht hebben ingediend ten voordele van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft ;
-
Personen die de persoon raad geven, hulp bieden of bijstaan ;
-
En personen die de schending van deze wetgeving opwerpen, zelfs als er nog geen persoon getroffen is door de inbreuk.
De door de derden geleverde steun moet actieve steun zijn. Dit betekent dat de persoon het slachtoffer moet begeleiden of adviseren, hem moet aanmoedigen een klacht in te dienen of ten voordele van het vermeende slachtoffer moet getuigen.
Wie enkel op de hoogte is van de feiten zonder deze te gebruiken in het voordeel van het vermeende slachtoffer komt dus niet in aanmerking voor bescherming tegen nadelige maatregelen.
De vereiste van deze actieve rol is nodig zodat de werkgever redelijkerwijs kan weten dat de werknemer ten voordele van een vermeend slachtoffer heeft gehandeld, en hij dus ook beschermd is.
Inhoud van de bescherming
Tijdens de beschermingsperiode mag de werkgever :
-
De arbeidsrelatie niet beëindigen, of na de stopzetting van de arbeidsrelatie geen nadelige maatregel nemen om redenen die verband houden met de melding, klacht of rechtsvordering, de getuigenis of de inhoud daarvan.
-
Tijdens de arbeidsrelatie geen nadelige maatregel nemen om redenen die verband houden met de melding, klacht of rechtsvordering, de getuigenis of de inhoud daarvan.
Beschermingsperiode en bewijslast
De bewijslast voor de redenen en rechtvaardigingen ligt bij de werkgever:
-
Wanneer de arbeidsrelatie wordt beëindigd of de maatregel wordt genomen binnen 12 maanden nadat de werkgever kennis heeft genomen van de melding of klacht of nadat hij redelijkerwijs kennis had kunnen nemen van deze stappen;
-
Wanneer de arbeidsrelatie wordt beëindigd of de maatregel wordt genomen nadat een rechtsvordering werd ingesteld, tot 3 maanden na de dag waarop de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde gaat.
Afleveren van een attest
Werknemers die stappen ondernemen voor feiten van geweld of pesterijen op het werk die verband houden met een discriminatiegrond of voor feiten van ongewenst seksueel gedrag moeten kunnen bewijzen dat ze deze stappen hebben ondernomen om de bescherming tegen represailles te genieten.
Hiertoe kunnen ze een attest vragen aan de werkgever, organisatie, dienst of instelling bij wie ze stappen hebben ondernomen. Deze mogelijkheid bestaat ook voor informele getuigen.
Dit attest is ook een schriftelijk en gedateerd bewijs dat aan de werkgever kan worden overgemaakt wanneer de stappen bij een externe organisatie werden gezet. De bewijslast wordt op die manier vergemakkelijkt voor de werknemer. Dankzij deze informatie van de werkgever is de werknemer zeker dat de werkgever op de hoogte is van de ondernomen stappen.
Het attest moet de identiteit van de werknemer bevatten, de ondernomen stappen, de datum van deze stappen en van de aanvraag van het bewijs.