Uiteraard moeten de taken, uitgevoerd als interne preventieadviseur duidelijk gescheiden zijn van deze uitgevoerd als kaderlid of lid van de hiërarchische lijn. De preventieadviseur moet altijd volledig onafhankelijk blijven bij de uitvoering van zijn missie.
Het comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale afvaardiging of de werknemers zelf, naargelang het geval, kunnen op basis van bv. feiten of statuten oordelen of de onafhankelijkheid van de preventieadviseur, die tevens lid is van de raad van beheer, al dan niet gewaarborgd is.
Indien er twijfel over deze neutraliteit zou ontstaan, kan de bevoegde ambtenaar daarover in kennis worden gesteld door de preventieadviseur zelf, de werkgever of de werknemers. Indien het conflict niet opgelost geraakt zal het aan de arbeidsrechter zijn om een finaal oordeel te vellen.
De problematiek van de neutraliteit kan verschillende meningen doen ontstaan, en zal geval per geval tot een oplossing moeten komen.
Jurisprudentie
In een arrest van 9 juli 2014 heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel met name erkend dat een lid van het leidinggevend personeel kan worden benoemd tot preventieadviseur, aangezien de aldus uitgeoefende functies geen belemmering vormen voor zijn onafhankelijkheid.