Hoewel de wetgever bepaalt dat de IPA de nodige tijd moet krijgen om ervoor te zorgen dat de aan de interne dienst toegewezen opdrachten altijd te allen tijde volledig en doeltreffend kunnen worden vervuld, geeft hij geen gekwantificeerde ramingen. De minimumduur van de prestaties moet immers worden bepaald door de werkgever, na voorafgaand akkoord van het Comité. Op verzoek van elke belanghebbende partij kan de minimumduur van de prestaties worden gewijzigd, volgens dezelfde procedure.
Om de prestatieduur van elke preventieadviseur te bepalen, moet rekening worden gehouden met de volgende elementen:
- Risico's in verband met de activiteiten van het bedrijf
- Het aantal werknemers in dienst
- De opdrachten van de interne dienst
Maar ook:
- De territoriale spreiding van het bedrijf: zal de IPA zich moeten verplaatsen tussen verschillende uitbatingen?
- Administratieve ondersteuning in verband met de functie van de IPA
- “Gedelegeerde” missies: beheer en opleiding van de leden van de interventieploeg in geval van brand, de uitvoering van risicoanalyses, het opstellen van een globaal preventieplan, … Deze taken, die formeel aan de werkgever zijn toevertrouwd, vallen bijna altijd onder de bevoegdheid van de IPA.
- “Verwante missies”: de IDPB is vaak verantwoordelijk voor verwante missies, zoals onderhandelingen met derden (externe preventiediensten, leveranciers van persoonlijke beschermingsmiddelen, …), beheer van de normen voor voedselhygiëne, beheer van het toegangscontrolesysteem, ...