Inloggen
Service & Contact Securex.be
Inloggen

Blijft de student fiscaal ten laste van zijn ouders?

Veel jongeren oefenen een studentenjob uit tijdens het weekend of in de schoolvakantie(s). Hun ouders stellen zich dan de vraag of zij nog fiscaal ten laste blijven. Logisch, want wie kinderen ten laste heeft, geniet van een belastingvoordeel.

Laatst bijgewerkt op 10 januari 2025

Principe

Om fiscaal ten laste van de ouders te blijven, mag een student een bepaald bedrag aan nettobestaansmiddelen niet overschrijden. Het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen wordt op 1 januari van elk jaar geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex.

Dit maximumbedrag aan netto bestaansmiddelen verschilt al naar gelang de gezinstoestand van de student. We onderscheiden volgende situaties:

  • Basis maximumbedrag aan netto bestaansmiddelen: 4.100 euro euro voor inkomstenjaar 2025
  • Maximumbedrag voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast: 5.930 euro voor inkomstenjaar 2025
  • Maximumbedrag voor gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast: 7.520 euro voor inkomstenjaar 2025

Afwijking in 2023 en 2024, quid 2025?

Door de tijdelijke verhoging van de jaarlijkse bovengrens van het aantal uren studentenarbeid van 475 naar 600 uur in 2023 en 2024, werd beslist om de netto bestaansmiddelen waarover een kind kan beschikken voor die jaren te verhogen.

Concreet werd het maximumbedrag van de netto bestaansmiddelen voor die jaren gelijkgesteld met het hoogste maximumbedrag, d.w.z. het maximumbedrag dat van toepassing is voor gehandicapte kinderen die ten laste zijn van een alleenstaande.

Het grensbedrag van de netto bestaansmiddelen werd dus voor alle kinderen verhoogd tot 7.010 euro voor 2023 (aanslagjaar 2024) en tot 7.290 euro voor 2024 (aanslagjaar 2025)

Gedurende deze periode verschilde het grensbedrag bijgevolg niet afhankelijk van de gezinstoestand van de student.

Sinds 1 januari 2025 valt het aantal uren studentenarbeid in principe terug op 475 uur. Er zijn echter een aantal wetsvoorstellen om dit aantal ook voor 2025 en zelfs permanent naar 600 uur te brengen. Op fiscaal vlak is er nog geen informatie om ook in 2025 het hoogste maximumbedrag aan netto bestaansmiddelen (d.w.z. het maximumbedrag dat van toepassing is voor gehandicapte kinderen die ten laste zijn van een alleenstaande) te hanteren.

Studentenovereenkomst : eerste schijf vrijgesteld

Van het loon dat een die student die werkt met een studentenovereenkomst[1] verdient, wordt een eerste schijf van 1.500 euro (niet-geïndexeerd) [2] niet meegeteld in het grensbedrag van de netto bestaansmiddelen.

Anders gezegd: van het totaal van de nettobestaansmiddelen dat deze student heeft, mag 1.500 euro (niet-geïndexeerd) afgetrokken worden om te kijken of hij/ zij het grensbedrag bereikt.

Een student met een gewone arbeidsovereenkomst zal geen gebruik van deze aftrek kunnen maken.

Maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen

Inkomsten 2025 (aanslagjaar 2026) Netto bestaans-middelen  jaarbedrag in € Bruto vóór 20% beroepskosten Bruto belastbaar (incl. vrijgestelde inkomsten uit studentenarbeid) Bruto bezoldigingen uit studentenarbeid (incl. 2,71% RSZ voor studenten)
Student basisbedrag 4.100,00 5.125,00 8.545,00 8.783,02
Student ten laste van een alleenstaande 5.930,00 7.412,50 10.832,50 11.134,24
Gehandicapte student ten laste van een alleenstaande 7.520,00 9.400,00 12.820,00 13.177,10

*Opgelet! Bovenvermelde bedragen dienen geval per geval bekeken en toegepast te worden.

Voorbeeld

Een student ontvangt een loon van 9.500 euro uit zijn tewerkstelling (na aftrek van socialezekerheidsbijdragen). Dit is zijn enige inkomen. 

 

Tewerkstelling met studentenovereenkomst

Tewerkstelling met arbeidsovereenkomst

Loon (1)

9.500 € 

9.500 € 

Aftrek studentenovereenkomst  (€ 1.500 geïndexeerd) (2)

-3.420 €

0 € 

Resultaat (3) = (1) - (2)

6.080 €

9.500 € 

Aftrek forfaitaire kosten (20% van (3) met minimum van € 570) (4)

- 1.216 €

- 1.900 € 

Nettobestaansmiddelen = (3) - (4)

4.864 €

7.600 € 

Aangezien het grensbedrag (basisbedrag voor studenten) voor 2025 gelijk is aan 4.100 euro, zal de student in kwestie niet fiscaal ten laste van zijn ouders blijven (dus noch met een studentenovereenkomst, noch met een gewone arbeidsovereenkomst). 

Opgelet: Het bedrag aan nettobestaansmiddelen dat men bekomt, dient enkel om te bepalen of de student al dan niet ten laste blijft en niet om te bepalen of hij zelf belasting verschuldigd is. Hiervoor verwijzen we u naar de vraag “Moet de student belastingen betalen?

Begrip bestaansmiddelen

Ter herinnering, onder bestaansmiddelen verstaat men alle regelmatige of occasionele binnenkomende gelden van welke soort ook, belastbaar of niet, waaronder ook de achterstallen, het gewone vakantiegeld en het vervroegde vakantiegeld, het bestaansminimum of leefloon, de vergoeding voor een leercontract of een studentenovereenkomst, de ontvangen huurgelden, ...

De berekening van de nettobestaansmiddelen

Om tot de nettobestaansmiddelen te komen, moeten van de brutobestaansmiddelen verkregen door het kind de volgende bedragen afgetrokken worden:

  • de wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies;
  • de studiebeurzen en de premies voor het voorhuwelijkssparen;
  • de tegemoetkomingen ten laste van de Schatkist toegekend aan gehandicapten;
  • de bezoldigingen verkregen door gehandicapten ingevolge hun tewerkstelling in een erkende beschutte werkplaats;
  • de uitkeringen of aanvullende uitkeringen tot onderhoud die ter uitvoering van een gerechtelijke beslissing waarbij het bedrag ervan met terugwerkende kracht wordt vastgesteld of verhoogd aan de belastingplichtige zijn betaald na het belastbare tijdperk waarop ze betrekking hebben;
  • de uitkeringen tot onderhoud toegekend aan de kinderen, het wezenpensioen of, in de openbare sector, het overlevingspensioen  toegekend aan de wees ten belope van 4.100 euro per jaar (bedrag inkomstenjaar 2025);
  • NEW (vanaf aanslagjaar 2022) : overlevingspensioenen aan wezen in de publieke sector en wezenrenten waarvan de uitbetaling of toekenning door toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop ze in werkelijkheid betrekking hebben [3];
  • de bezoldigingen verkregen door studenten krachtens een arbeidsovereenkomst voor de tewerkstelling van studenten ten belope van 3.420 euro per jaar (bedrag inkomstenjaar 2025).

Van het bekomen resultaat moeten vervolgens nog de werkelijke of forfaitaire kosten afgetrokken worden. De nettobestaansmiddelen zijn dan het resultaat van deze laatste berekening.

Meer info?

U vindt alle informatie over de voorwaarden om op fiscaal vlak als persoon ten laste beschouwd te wordenw in het algemeen en over de bestaansmiddelen in het bijzonder in onze fiche “Personen ten laste”.

[1] Zoals bedoeld in de artikelen 120 tot 130ter van de wet van 3 juli 1978.  Een studentenovereenkomst is altijd een schriftelijk contract van bepaalde duur van maximaal 12 maanden.

[2] Artikel 143, 7° van het WIB92.  Het toepasselijke bedrag voor inkomstenjaar 2025, aanslagjaar 2026 bedraagt 3.420 euro.

[3] Wet van 31 juli 2023 houdende diverse fiscale bepalingen (1), Belgisch Staatsblad van 23 augustus 2023.

Alle artikelen over Studentenarbeid - De fiscale aspecten