Over de vraag of vrijwilligers onderworpen zijn aan de wet van 4 augustus 1996 met betrekking tot het welzijn op het werk, zegt de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg het volgende:
De personen die vrijwilligerswerk verrichten, zijn niet onderworpen aan deze wet, behalve indien er een gezagsverhouding bestaat. Deze dient beoordeeld te worden door de rechtbanken, aangezien het hier gaat om een feitenkwestie. In elk geval zijn deze situaties zeer beperkt.
Vrijwillige brandweerlieden bijvoorbeeld vallen onder de gelijkstelling, daar het vrijwillig karakter van hun activiteit alleen ligt in hun engagement. Van zodra zij hun activiteiten uitoefenen, wordt er over hen gezag uitgeoefend.
In de Kamercommissie werd geopperd dat ook de vrijwilligers dienden onderworpen te zijn aan de wet. Dit werd echter niet weerhouden gelet op de complexiteit en het specifiek karakter van de arbeid verricht door vrijwilligers. Er werd geoordeeld dat hierover een globaal debat moet worden gevoerd in een andere context.