Zo kunnen deze ondernemingen de maximale arbeidsduur verhogen tot 11 uren per dag en 50 uren per week. Alleen sectoren met een specifiek koninklijk besluit kunnen de afwijking van artikel 23 toepassen. Dit is al het geval in bepaalde sectoren zoals:
- PC 330.201- Paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten: rust- en verzorgingstehuizen
- PC 302.000 – Paritair comité voor het hotelbedrijf
De werkgever moet in de eerste plaats nagaan of er in zijn sector een specifiek koninklijk besluit bestaat dat arbeidsprestaties van 11 uren per dag en 50 uren per week toelaat. Raadpleeg hiervoor paritair comité > Jouw PC – nummer > Arbeidsduur.
Als er in de sector een koninklijk besluit bestaat dat die overschrijdingen toestaat, moet de werkgever deze afwijking invoeren door zijn arbeidsreglement aan te passen. Dat arbeidsreglement moet alle werkroosters, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die moet worden nageleefd, de referteperiode en alle andere vermeldingen die door het koninklijk besluit worden vereist, bevatten.
De werkgever moet dan de procedure volgen voor het wijzigen van het arbeidsreglement, die verschillend is naargelang:
of
Als de sector deze afwijking niet toestaat, moet de werkgever de normale grenzen van de arbeidsduur van 8 uren per dag en 40 uren per week naleven. Als de grenzen van 9 uren per dag en 40 uren per week (of een lagere grens) worden overschreden, moet de werkgever overloon van 50% of 100% betalen voor de gepresteerde overuren.
In bepaalde sectoren of voor bepaalde categorieën werknemers bestaan specifieke overschrijdingen van de grenzen van de arbeidstijd die afwijken van de regeling van bovengenoemd artikel 23.
Voorbeelden:
- In de bouwsector: de grenzen van de wekelijkse arbeidstijd van 40 uren per week mag met 180 uren per kalenderjaar worden overschreden tijdens de zomerperiode of tijdens een periode van intensieve activiteit. Tijdens die periodes is overschrijding toegestaan met anderhalf uur per dag.
- Voor werknemers in de categorie artsen, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-artsen in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen: de wekelijkse arbeidsduur mag gemiddeld over een referteperiode van 13 weken niet meer dan 48 uren bedragen, met een absolute grens van 60 uren tijdens elke werkweek. De dagelijkse arbeidsduur mag niet meer dan 24 uren bedragen en elke arbeidsprestatie tussen 12 uur en 24 uur moet worden gevolgd door een rusttijd van minimaal 12 achtereenvolgende uren.