Principe
Enkel werknemers die onderworpen zijn aan het geheel van de basisregelingen van de sociale zekerheid [1] komen voor de structurele vermindering in aanmerking.
Statuut van de werknemer
Het statuut van de werknemer (arbeider, bediende, handelsvertegenwoordiger, ...), de aard en duur van de arbeidsovereenkomst (onbepaalde duur, bepaalde duur, vervangingsovereenkomst, ...) en het werkrooster (voltijds of deeltijds) zijn in principe niet belangrijk.
Ondergrens van 27,5%
Indien de werknemer tijdens het kwartaal minder dan 27,5% van de volledige kwartaalprestaties van een voltijder werkt, zal er geen structurele vermindering toegekend worden. Deze minimumgrens geldt echter niet voor:
- Werknemers bij een werkgever in het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen [2]
- Werknemers bij een werkgever in het paritair comité nr. 302 (horecasector)
- Werknemers die voltijds werken
- Werknemers die minstens met een halftijdse arbeidsovereenkomst aangeworven worden
- Kunstenaars
Deze werknemers genieten met andere woorden toch de vermindering, ook al hebben ze in het betrokken kwartaal minder dan 27,5% van volledige kwartaalprestaties van een voltijder gepresteerd.
Uitsluitingen
Twee types van werknemers zijn dan ook uitgesloten:
De niet aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers
In de privésector kunnen de volgende werknemers geen recht geven op de structurele vermindering vermits ze, indien bepaalde voorwaarden vervuld worden, niet aan de sociale zekerheid onderworpen zijn:
- De werknemers die bepaalde prestaties verrichten in de socio-culturele sector op voorwaarde dat deze prestaties beperkt blijven tot 25 werkdagen per kalenderjaar bij één of meer werkgevers
- De werknemers die enkel op de dag van een sportmanifestatie worden tewerkgesteld door de organisatoren voor zover deze prestaties beperkt blijven tot 25 dagen per kalenderjaar bij één of meer werkgevers
- De arbeiders tewerkgesteld bij het aanleggen van hopplanten, het plukken van hop en tabak en het kuisen en sorteren van teenwilgen
- De jobstudenten voor wie de solidariteitsbijdragen verschuldigd zijn
- De vrijwilligers van wie de vergoeding een bepaald bedrag niet overschrijdt
- Het ander huispersoneel dat niet meer dan 8 uur per week bij één of meer werkgevers werkt (intellectuele prestaties)
Opmerking: de flexi-werknemers komen evenmin in aanmerking voor de structurele vermindering, omdat op hun loon enkel een bijzondere socialezekerheidsbijdrage van 25% wordt betaald.
De werknemers die gedeeltelijk onderworpen zijn aan de sociale zekerheid
In de privésector kunnen de volgende personen geen recht geven op de structurele vermindering vermits ze, indien bepaalde voorwaarden vervuld worden, niet aan alle basistakken van de sociale zekerheid onderworpen zijn:
- De jongeren [3] tot 31 december van het jaar waarin ze de leeftijd van 18 jaar bereiken
- De geneesheren in opleiding tot geneesheer-specialist
- De betaalde sportbeoefenaars
- De gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouwsector [4]
- De mannen en vrouwen die instaan voor kinderopvang
- De kansarme jongeren (KB nr. 499)
- Sommige beursstudenten
- De werknemers die arbeidsprestaties in het raam van een PWA-/wijkwerk overeenkomst verrichten
- Het academisch personeel van het vrij universitair onderwijs
- Het personeel van het vrij niet universitair onderwijs dat een weddetoelage ontvangt
- Het personeel tewerkgesteld door een dienst voor school- of beroepsopleiding of een PMS-centrum dat een weddetoelage ontvangt
In de publieke sector zijn de meeste ambtenaren en contractuele werknemers niet onderworpen aan alle socialezekerheidsstelsels. Zij komen dus evenmin in aanmerking voor de vermindering.
[1] Ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheid, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten en jaarlijkse vakantie.
[2] PC nr. 327 (kengetallen 073, 173 en 273).
[3] In dienst genomen met een leer- of stageovereenkomst in de middenstand, met een overeenkomst van industrieel leerlingwezen, met een overeenkomst tot socioprofessionele beroepsinschakeling of met een arbeidsovereenkomst gedurende de periode van de deeltijdse leerplicht.
[4] Het gaat om gelegenheidsarbeiders die tijdens dagen van intense activiteit tewerkgesteld worden (artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969).