Hoeveel bedraagt de bedrijfsvoorheffing op de opzegvergoeding van de inwoners?
De vergoeding moet niet worden gecumuleerd met de belastbare maandelijkse brutobezoldiging van de maand waarin de arbeidsovereenkomst een einde neemt [1].
Ongeacht het bedrag van de vergoeding, zijn de regels met betrekking tot achterstallen van toepassing (de eventuele vrijstelling daarin begrepen).
De referentiebezoldiging
De belastbare referentiebezoldiging die in acht genomen moet worden, is in principe die welke als berekeningsgrondslag voor de vergoeding heeft gediend. Bij gebreke daarvan gaat het om de bezoldiging die de werknemer tijdens zijn laatste periode van normale activiteit in dienst van de werkgever heeft ontvangen (zie hierna).
In afwijking hiervan kan de begunstigde vragen om zijn belastbare referentiebezoldiging gelijk te stellen met de normale belastbare bruto jaarbezoldiging van het laatste jaar van normale activiteit voorafgaand aan de betaling van de vergoeding, voor zover hij daarvan het bewijs levert [2].
Enkel het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad, kan worden aangemerkt als een geldig referentiejaar. Het jaar waarin een belastingplichtige geen normale beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend, maar gedurende elk van de twaalf maanden van het beschouwde jaar belastbare beroepsinkomsten heeft verkregen (met inbegrip van vervangingsinkomsten, pensioenen, renten, enz.) kan voortaan niet meer als een geldig referentiejaar worden aangemerkt (bijvoorbeeld een belastingplichtige die gedurende het jaar 3 maanden werkzaam is geweest en de overige 9 maanden van inactiviteit een vervangingsinkomen heeft gekregen).
Dit begrip “normale beroepswerkzaamheid” dat van toepassing is op het vlak van de bedrijfsvoorheffing mag niet worden verward met het begrip belastbaar beroepsinkomen. Dit concept is momenteel niet opgenomen in de berekeningsregels voor de bedrijfsvoorheffing [3].
De periode van normale activiteit in dienst van de werkgever die de vergoeding verschuldigd is
Indien de laatste periode van normale activiteit bij de werkgever werd verricht, kan de referentiebezoldiging, naar keuze, gelijk zijn aan:
- De bezoldiging van de laatste jaarlijkse periode die bij de werkgever werd gepresteerd
- De bezoldiging van het laatste volledige kalenderjaar dat bij de werkgever werd gepresteerd
- Het maandelijkse gemiddelde berekend op de prestaties van het lopende jaar en vermenigvuldigd met 12
- De bezoldiging van het laatste volledige kwartaal vermenigvuldigd met 4
- De laatste normale maandelijkse bezoldiging betaald door de werkgever voor het vertrek van de betrokkene vermenigvuldigd met 12
De ramingsmethode van deze referentiebezoldiging wordt niet nader omschreven door de wetgever.
De tarieven [4]
Het percentage van de voorheffing dat op de vergoeding toegepast moet worden in functie van de referentiebezoldiging wordt in de volgende tabel vermeld.
De verminderingen voor kinderen ten laste worden toegekend indien de referentiebezoldiging de volgende grensbedragen niet overschrijdt: Bijlage III
De vermindering voor kinderen ten laste is gelijk aan het positieve verschil tussen het grensbedrag volgens het aantal kinderen ten laste van de belastingplichtige en de referentiebezoldiging.
Voorbeeld
Een gehuwd administratief bediende heeft 4 kinderen ten laste. Hij ontvangt een salaris van € 1.600 bruto per maand. Hij heeft recht op dubbel vakantiegeld en een eindejaarspremie. Hij ontvangt een opzegvergoeding van 4 maanden. De bediende krijgt zijn ontslag op 31 januari 2023 ‘s avonds.
Opmerking: onderstaande berekeningen werden verricht op basis van de bedragen die van toepassing zijn voor het aanslagjaar 2024 (voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing), inkomsten 2023.
Referentiebezoldiging |
|
De referentiebezoldiging = (1.600 x13,92) - (1.600 x13.92)*13.07% = |
€ 19.375,69 |
Bepaling van de vergoeding |
|
De vergoeding = ((€ 1.600 x 13.92)/12)*4 |
€ 7.424,00 |
Persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen |
€ - 970,32 |
Belastbaar |
€ 6.453,68 |
Vrijstelling wegens kinderen ten laste |
|
De referentiebezoldiging (€ 19.375,69) is lager dan het grensbedrag (€ 32.340,00) |
|
De vermindering = (€ 32.340,00- € 19.375,69)= |
€ - 12.964,31 |
Belastbare basis om de bedrijfsvoorheffing te berekenen € 6.453,68 - € 12.964,31 = |
€ 0,00 |
Berekening van de bedrijfsvoorheffing |
|
Het percentage van de voorheffing voor een referentiebezoldiging van € 19.375,69: |
16,55% |
Voorheffing (€0,00 x 16,55%) |
€.-0,00 |
Netto |
€ 6.425,78 euro |
Hoeveel bedraagt de bedrijfsvoorheffing op de opzegvergoeding van de niet-inwoners?
Principe
In tegenstelling tot bij de inwoners wordt de vergoeding die aan de niet-inwoners wordt toegekend, belast vanaf de 1ste eurocent die ze ontvangen en worden er geen verminderingen voor personen ten laste toegekend.
Referentiebezoldiging
De belastbare referentiebezoldiging die in acht genomen moet worden, is die welke als berekeningsgrondslag voor de vergoeding heeft gediend of, bij gebreke daarvan, de bezoldiging verdiend tijdens de laatste periode van normale activiteit van de begunstigde in dienst van de werkgever die de vergoeding betaalt. Zij kan, naar keuze, gelijk zijn aan:
- De bezoldiging van de laatste jaarlijkse periode die bij de werkgever werd gepresteerd
- De bezoldiging van het laatste volledige kalenderjaar dat bij de werkgever werd gepresteerd
- Het maandelijkse gemiddelde berekend op de prestaties van het lopende jaar en vermenigvuldigd met 12
- De bezoldiging van het laatste volledige kwartaal vermenigvuldigd met 4
- De laatste normale maandelijkse bezoldiging betaald door de werkgever voor het vertrek van de betrokkene vermenigvuldigd met 12
De ramingsmethode van deze referentiebezoldiging wordt niet nader omschreven door de wetgever.
Maar ook al bewijst de niet-inwoner zijn normale belastbare bruto bezoldiging van het laatste jaar van normale activiteit dat het jaar van de toekenning van de vergoeding voorafgaat, dan nog zal zij niet dienen om de referentiebezoldiging te berekenen.
Percentage van de voorheffing
Het percentage van de voorheffing [5] dat op de vergoeding toegepast moet worden in functie van de referentiebezoldiging wordt in punt 127 van bijlage III vermeld.
[1] Bijlage III, punten 68 en 69.
[2] Bijlage III, punten 68 en 69.
[3] Bijlage III punt 69.
[4] Bijlage III punt 65. Deze tabellen zijn van toepassing voor het aanslagjaar 2024, inkomsten 2023.
[5] Bijlage III punt 127. Bedragen van toepassing voor het aanslagjaar 2024, inkomsten 2023.