Toegang tot de werkplaatsen
De inspecteurs mogen zich bij de uitoefening van hun opdracht toegang verschaffen tot alle werkplaatsen en opleidingscentra die aan hun toezicht onderworpen zijn of tot lokalen waarvan zij redelijkerwijze kunnen vermoeden dat daar personen werken of er een opleiding volgen, die onderworpen zijn aan de regelgeving waarop zij toezicht uitoefenen.
Het recht van toegang geldt voor elk uur van de dag en van de nacht. Bovendien moeten zij de werkgever hiervan niet op voorhand verwittigen.
Werkplaatsen
Onder werkplaatsen wordt verstaan: alle plaatsen waar werkzaamheden worden verricht die aan het toezicht van de inspecteurs zijn onderworpen of waar personen tewerkgesteld zijn die onderworpen zijn aan de bepalingen van de regelgeving waarop zij toezicht uitoefenen.
Het gaat onder meer om (gedeelten van) ondernemingen, (gedeelten van) inrichtingen, gebouwen, lokalen, plaatsen gelegen binnen het bedrijfsterrein, werven en werken buiten de ondernemingen, evenals de plaatsen waar documenten worden bijgehouden met betrekking tot de gereglementeerde activiteiten.
Toegang tot de bewoonde lokalen
De toegang tot de bewoonde lokalen is aan veel strengere voorwaarden onderworpen, aangezien hier de privésfeer betreden wordt. De inspecteurs hebben enkel recht van toegang in de volgende gevallen:
- Met een voorafgaande machtiging tot visitatie van de rechter in de politierechtbank[1]
- Op verzoek of met toestemming van de persoon die het werkelijk genot heeft van de plaats. Dit verzoek of deze toestemming moet schriftelijk en voorafgaand gegeven worden
Om na 21 uur en voor 5 uur toegang tot de bewoonde lokalen te krijgen, moet de vraag tot toegang voor de politierechter bijzonder gemotiveerd worden.
[1] De machtiging tot visitatie kan worden betwist voor de rechter ten gronde.