Principe
Het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht geeft aan de inspecteurs een hele reeks van bevoegdheden, gaande van het recht van toegang tot de werkplaatsen, over het opvragen van informatiedragers, tot het in beslag nemen of verzegelen van bepaalde (on)roerende goederen.
Alle bevoegdheden van de inspecteurs worden punt voor punt besproken in de volgende titels.
Beoordelingsbevoegdheid
De inspecteurs hebben een grote mate van autonomie om te beslissen hoe zij omgaan met vastgestelde inbreuken. Ze moeten immers niet per se (onmiddellijk) tot sanctioneren overgaan. Zij kunnen, naar eigen inzicht:
- Inlichtingen en adviezen geven, onder meer over de meest doeltreffende middelen voor de naleving van de sociale regelgeving
- Waarschuwingen geven
- De overtreder een termijn verlenen om zich in regel te stellen
- Toezicht en controle uitoefenen, op stukken of ter plaatse en op de verantwoording die gerechtigden moeten verstrekken aan de rechtspersonen van die zij die toelagen ontvangen
- Toezicht uitoefenen op de voorwaarden, na te leven door de werkgevers, die in goedgekeurde aanvragen tot tewerkstelling van werknemers zijn bepaald
- Toezicht en controle uitoefenen op werkgevers die door de Vlaamse regering met het beheer van diensten van algemeen economisch belang zijn belast in het kader van het decreet betreffende de lokale diensteneconomie
- De nodige maatregelen nemen (onderzoek instellen; personen verhoren, goederen in beslag nemen,…)
- Aan de opdrachtgever, de aannemers of de onderaannemers[1] een schriftelijke kennisgeving overzenden in het kader van de tewerkstelling van illegale onderdanen van een derde land
- Processen-verbaal opstellen
Enkel wanneer een proces-verbaal tot vaststelling van de inbreuk(en) wordt opgemaakt, zal de werkgever een sanctie kunnen oplopen.
Beroepsprocedure
De werkgever heeft steeds de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de maatregelen die de inspectiediensten nemen. Voor de te volgen procedure verwijzen we u naar de fiche “Sociaal Strafrecht - 2. De procedureregels” onder de vraag “Hoe kan de werkgever beroep aantekenen tegen de maatregelen genomen door de inspectie?”.
[1] Bedoeld in de artikelen 35/9 en 35/10 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers.