Het moet dus gaan om een gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de werknemer, die hij niet heeft kunnen voorzien en dus ook niet vooraf heeft kunnen oplossen en die hij niet door iemand anders kan laten regelen.
Voorbeelden van dwingende redenen zijn:
- De ziekte, het ongeval of de hospitalisatie van een persoon die met de werknemer onder hetzelfde dak woont, zoals de echtgenoot of de persoon met wie hij samenwoont, een ascendent, een descendent, een adoptiekind of een kind van wie hij de voogd of de opvangouder is, een tante of oom van de werknemer, van zijn echtgenoot of van de persoon met wie hij samenwoont; een aan- of bloedverwant in de eerste graad die niet met de werknemer onder hetzelfde dak woont, zoals de ouders, schoonouders, de kinderen of de schoonkinderen van de werknemer
- De ernstige materiële beschadiging van de bezittingen van de werknemer, zoals de schade aan de woning veroorzaakt door een brand of een natuurramp
- Het bevel tot verschijning in persoon in een rechtszitting wanneer de werknemer partij is in het geding
Naast deze redenen die door de wet opgesomd worden, kunnen de werkgever en de werknemer in onderling akkoord andere gebeurtenissen bepalen die als een dwingende reden beschouwd worden.
Let op! De vijf dagen zorgverlof waarop de werknemer sinds 10 november 2022 recht heeft, worden afgetrokken van het verlof om dwingende redenen.