Voor de vermindering wegens zware handicap houdt men rekening met:
- De kinderen die voor ten minste 66% getroffen zijn door een ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke capaciteit vanwege één of meer aandoeningen
- De kinderen en andere personen tot 65 jaar van wie aangetoond is dat
- Hun geestelijke of lichamelijke toestand hun verdienvermogen tot een derde of meer vermindert ten opzichte van wat een valide persoon kan verdienen
- Een vermindering van hun verdienvermogen tot een derde of minder opgetreden is na een periode van primaire ongeschiktheid
- Zjn of haar gezondheidstoestand een volledig gebrek aan, of een vermindering van zelfredzaamheid van ten minste 9 punten tot gevolg heeft
- Hij of zij ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing, tot ten minste 66% blijvend lichamelijk of geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt is verklaard.
Er moet een attest uitgaand van verschillende organismen of personen (adviserend geneesheer, rechter) voorgelegd worden om dit te bewijzen
- De personen die minstens 65 jaar zijn, indien zij vóór die leeftijd in aanmerking kwamen of indien zij het statuut van gehandicapte voor 66% verkrijgen door te bewijzen dat de handicap te wijten is aan feiten die voorgevallen en vastgesteld zijn vooraleer zij die leeftijd bereikt hadden (bv. een blinde).
Het bewijs van de invaliditeit moet bij de eerste belastingaangifte gevoegd worden die gewag maakt van deze situatie en blijft gelden voor de ganse periode van ongeschiktheid die opgegeven werd.
‘Zorgbehoevende’ personen ten laste van 65 jaar of ouder
Belangrijke opmerking:
De minimumleeftijd voor personen die zorgbehoevend zijn zal vanaf 2025 (aanslagjaar 2026) verhogen naar 66 jaar. Met andere woorden, personen ten laste moeten de leeftijd van 66 jaar hebben bereikt op 1 januari van aanslagjaar 2026 om in aanmerking te komen voor de verhoogde belastingvermindering voor “personen ten laste” in 2025 (aanslagjaar 2026).
Een hogere vermindering
Vóór 2022 gaven mensen van 65 jaar en ouder die ten laste waren recht op een verhoogde vermindering. Deze vermindering werd ook verdubbeld als ze gehandicapt waren.
Op 1 januari 2022 (inkomstenjaar) werd de vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor personen ten laste van 65 jaar of ouder verhoogd. Ze werd opgetrokken van 81 euro (in 2021) tot 129 euro per maand (in 2022).
Voor het inkomstenjaar 2025 bedraagt de vermindering voor zorgbehoevende personen ten laste van 66 jaar en ouder 1.944 euro per jaar (162 euro per maand).
Strengere voorwaarden
De voorwaarden voor die vermindering zijn echter strenger geworden.
De persoon ten laste van 65 jaar of ouder (66 vanaf 2025) moet sinds 2022 ‘zorgbehoevend’ zijn om in aanmerking te komen voor de verhoogde vermindering bij de persoon die hem ten laste neemt.
Dat begrip is beperkender dan het begrip ‘persoon met een handicap’ waardoor ook het toepassingsgebied van het belastingvoordeel wordt beperkt.
Daarnaast wordt de verdubbeling van de vermindering die van toepassing was wanneer de persoon ten laste gehandicapt was, geschrapt.
Einde van de overgangsregeling
De overgangsregeling is op 1 januari 2022 in werking getreden. Voor wie al een belastingvoordeel genoot voor een persoon ten laste werd echter in een overgangsperiode van drie jaar voorzien. Dit waren mensen die een familielid ten laste hadden dat op 1 januari 2021 de leeftijd van 65 jaar had bereikt.
Zij konden dat voordeel behouden in 2022, 2023 en 2024 (inkomstenjaren) volgens de regels van de oude regeling, tenzij de nieuwe regeling voordeliger was.
De verdubbeling die van toepassing was voor personen met een handicap ten laste geldt nog steeds onder de overgangsregeling. In dat geval is de overgangsregeling fiscaal voordeliger dan de nieuwe regeling.
Concreet behouden deze werknemers dus hun vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 101 euro (bedrag voor inkomstenjaar 2024) voor personen ten laste van 65 jaar of ouder en dat tot en met het einde van dit jaar. Is die persoon ten laste bovendien gehandicapt, dan wordt de vermindering verdubbeld (2 x 101 euro = 202 euro).
De overgangsregeling loopt af op 31 december 2024.
Welke vermindering van bedrijfsvoorheffing vanaf 2025?
Vanaf 2025 is de overgangsregeling niet langer van toepassing.
Bovendien wordt de minimumleeftijd om voor de bedrijfsvoorheffing als ‘zorgbehoevend’ te worden beschouwd opgetrokken van 65 tot 66 jaar.
Bijgevolg geven personen ten laste van 65 jaar en ouder nog enkel recht op twee verminderingen van bedrijfsvoorheffing:
- de vermindering van 162 euro per maand voor zorgbehoevende personen ten laste van 66 jaar en ouder (op voorwaarde uiteraard dat ze voldoen aan de toepassingsvoorwaarden)
- of, als dat niet het geval is, de vermindering van 51 euro per maand voor ‘andere personen ten laste’
Momenteel geven personen ten laste van 65 jaar of ouder die niet zorgbehoevend zijn en die niet in aanmerking komen voor de overgangsregeling al recht op de algemene vermindering voor ‘andere personen ten laste’ van 49 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2024).
Als je werknemer in 2025 een zorgbehoevende persoon ten laste heeft die jonger is dan 66 jaar, komt hij dus niet meer in aanmerking voor de vermindering voor ‘zorgbehoevende personen ten laste’. Hij kan wel nog rekenen op de algemene vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor ‘andere personen ten laste’.
Alle regelingen samengevat
Persoon ten laste van 65 jaar of ouder
Oude regeling |
Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 81 euro, of 162 euro als de persoon gehandicapt is. |
Huidige regeling |
Algemene vermindering voor ‘andere personen ten laste’ van 49 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2024). |
Vanaf 1 januari 2025 (inkomstenjaar) |
Algemene vermindering voor ‘andere personen ten laste’ van 51 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2025). |
‘Zorgbehoevende’ persoon ten laste van 65 jaar of ouder
Oude regeling |
Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 81 euro, of 162 euro als de persoon gehandicapt is. |
Huidige regeling |
Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 157 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2024). Geen dubbele vermindering. |
Vanaf 1 januari 2025 (inkomstenjaar) |
Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 162 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2025). Geen dubbele vermindering!
Algemene vermindering voor ‘andere personen ten laste van 51 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2025). |
Persoon ten laste die de leeftijd van 65 jaar had bereikt op 1 januari 2021
Oude regeling |
Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 81 euro, of 162 euro als de persoon gehandicapt is. |
Huidige regeling |
Overgangsregeling Vermindering van de bedrijfsvoorheffing van 101 euro* (bedrag voor het inkomstenjaar 2024), of 202 euro als deze persoon gehandicapt is. |
Vanaf 1 januari 2025 (inkomstenjaar) |
Algemene vermindering voor ‘andere personen ten laste’ van 51 euro (bedrag voor het inkomstenjaar 2025). |
Wat met de belastingen?
Hoewel deze beschreven principes al sinds het aanslagjaar 2022 (inkomstenjaar 2021) van toepassing waren in de eindbelasting, werd de vermindering van de bedrijfsvoorheffing pas op 1 januari 2022, dus een jaar later, gewijzigd bij koninklijk besluit.